Joop Goudsblom (1932) was een van de oprichters van Tirade in 1957 en heeft de naam van het tijdschrift voorgesteld. Hij was van 1968 tot 1997 hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Naast werk op zijn vakgebied publiceerde hij Reserves (1998), een bundel aforismen, notities en korte gedichten, waarin opgenomen het eerder verschenen Pasmunt (1958, uitgebreid in 1976).
Alec van der Horst (1971) woont en werkt sinds veertien jaar in Parijs. Hij schrijft verhalen en essays en publiceerde eerder in De Brakke Hond.
Marte Kaan (1977) studeerde psychologie en volgde de opleiding aan de Schrijversvakschool Amsterdam. Werkt als freelance journalist en woont met haar man en hun twee kinderen in New Delhi, India. Bij Ambo verscheen haar eerste boek Lang leve de liefde - essays over destructieve liefde. Volgend jaar verschijnt er bij Ambo een bundel met korte verhalen van haar hand.
Martijn Knol (1973) is schrijver. Zijn meest recente romans zijn Alles kan kapot (2011) en Aphinar, een romantische tragedie (2007). In 2003 debuteerde hij met De duiker.
Gilles van der Loo (1973) debuteerde in Tirade en publiceerde bij Van Oorschot de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit. Hij werkt nu aan zijn tweede boek.
Geertrui Marks (1947) was dertig jaar lerares Nederlands, woonde in Frankrijk, en werd literair vertaler. Samen met Lia Tuijtelaars vertaalde zij onlangs proza van Fouad Laroui, Jacques Sternberg en Jonathan Littell. In 2011 won zij de eerste prijs van Nederland Vertaalt in de categorie straattaal. Ze vertaalt graag, en zeker Marokkaanse literatuur.
Carel Peeters (1944) is als criticus en essayist verbonden aan Vrij Nederland. Zijn laatste bundel essays is Genieten voor miljoenen. Over populaire cultuur. Wekelijks schrijft hij in Vrij Nederland een Literaire Kroniek en op maandag en vrijdag op de website vn.nl/Boeken.
Barber van de Pol (1944) is schrijver (verhalen, essays en romans) en vertaler (van onder meer Don Quichot en Moby Dick en, binnenkort te verschijnen, alle gedichten van Jorge Luis Borges).