Tirade. Jaargang 56 (nrs. 442-446)

[p. 43]

Hanz Mirck
Gedichten

Het gebruik van de webcam

Eerst is het koud en komt er niemand meer
Het regent en de nacht valt. 2 En het wordt dag
maar niemand komt. Je honger is verdwenen, ook
de verdwenen honger, alleen de nacht, die komt altijd

Je vleugels flapperen - niet om te vliegen want zover
zijn je gedachten nog nooit geweest - maar omdat de nacht
zoveel groter is, de regen die je al niet meer hoort,
de lantaarns langs de verlaten industrieweg

en om je in evenwicht te houden, tot dat stopt
Je snavel omhoog, opent zich nog eenmaal geluidloos
Je valt opzij, op je brede rug, zachte rug die knokig is

Je pootjes trekken zich op, wijzen omhoog
een teken voor wie te laat zal komen
Maar er komt niemand meer

[p. 44]

Hoe een marketingbizniz te beginnen

Neem de jeugdfoto waarop de wereld geler is
alsof het licht warmer was, overal oranje en bruinen,

paarse gordijnen, bloemmotieven
Je beste vriendje in de tuin, knip

hem van de schommel, van de bal
en plak daar je vennoot

noem je bizz Broeders of neem de namen
van de compagnons, ook zij zullen los-

geknipt worden, hun namen aan gevel en briefhoofd verliezen
want wie is wie in de marketing, de tijdgeest en de regels

in de vrije trappen van het buitenspel
en de balans van de wipwap