Robert Menasse publiceerde vijf romans, waaronder De verdrijving uit de hel (2002) en Don Juan de la Mancha (2007/8). In 2009 verscheen zijn verhalenbundel Ich kann jeder sagen, waaruit eerder in Tirade verschenen ‘De geur van geluk’ (nr. 412) en ‘Lang niet gezien’ (nr. 427). Voor zijn essays, gebundeld in Das war Österreich, ontving hij in 1999 de Oostenrijkse Staatsprijs.
Jan H. Mysjkin (1955) is dichter en vertaler. Dit voorjaar verscheen Rekenkunde van de tastzin, zijn zevende bundel.
Carel Peeters (1944) is als criticus en essayist verbonden aan Vrij Nederland. In september verscheen zijn nieuwe essaybundel Genieten voor miljoenen. Over populaire cultuur. Op www.republiekderletteren.nl plaatst hij om de paar dagen een nieuwe bijdrage.
Leo van der Sterren (1959) uit Venray publiceerde gedichten, verhalen en opstellen in De Gids, Hollands Maandblad, Gierik&NVT, Maatstaf, Circumplaudo, Kladblok en De Optimist.
Martinette Susijn (1965) is vertaalster en volgde de Vertalersvakschool.
Nyk de Vries (1971) schreef twee romans en een bundel met prozagedichten waarmee hij regelmatig optreedt, veelal ondersteund door muziek. Eind 2011 verschijnt bij De Arbeiderspers De dingen gebeuren omdat ze rijmen, de opvolger van zijn debuutbundel Motorman.
Thomas Wolfe (1900-1938) was een van de grootste Amerikaanse romanciers in het begin van de 20ste eeuw. Hij debuteerde in 1929 met Look Homeward, Angel, een autobiografische Amerikaanse Bildungsroman.
Liu Xiaobo (1955) is een Chinese filosoof en essayist die vanaf 1989 geregeld gevangen zat en in 2009 tot elf jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Dat was naar aanleiding van zijn werk voor Charta 08 uit 2008, een manifest voor democratische hervorming in China.