trucjes zien.’ Hij buigt zich over Duygu heen en knipoogt. ‘Als de anderen die zien zul je vast nooit meer het doel in hoeven.’
Een ongelooflijke opwinding maakt zich van Duygu meester. Het liefst zou hij nu naar de anderen willen rennen om de trucjes te laten zien, maar o ja, hij kent ze nog niet. Zo meteen. Hij wil nog iets zeggen tegen Yavuz, wat dan ook. Maar hij kan niets verzinnen en zwijgt.
Gelukkig lijkt Yavuz geen aanstalten te maken te vertrekken. Hij blijft staan, over het hek leunend. Maar hij kijkt niet meer naar Duygu. Hij zegt ook niets meer. Zou hij denken aan welke trucjes hij Duygu wil leren?
‘Komen er wel 's andere jongens bij jullie op bezoek?’ vraagt Yavuz plotseling.
‘Wat?’
‘Dat is toch een normale vraag of niet? Komen er wel 's andere jongens bij jullie op bezoek voor je zus?’
‘Nee, ik geloof het niet.’
‘Maar als ze wel zouden komen,’ Yavuz buigt weer over Duygu heen, deze neemt snel een stap naar achter, ‘dan zou je het mij vertellen, hè? Als mannen onder elkaar. Zij...’
Yavuz schudt zijn hoofd.
‘Soms snap ik haar echt niet. Ik wil er dan over met haar praten maar ik durf het niet. Begrijp je wat ik bedoel? Ik ben bang dat haar beeld van mij verandert. Ik weet niet eens wat voor beeld dat is. Ze laat me continu in het onzekere en dat geeft me stress. Je kent mij, ik ben een ontspannen jongen, ik heb nooit gedacht dat ik me zo zou voelen. Maar dit kan ik natuurlijk nooit tegen haar zeggen. Zie je het voor je? Ze zou me alleen maar uitlachen.’
Hij kijkt Duygu strak aan.
‘Maar toch blijf ik Mehtap leuk vinden. Wat vindt ze van mij?’
Duygu haalt zijn schouders op.
‘Ja, gewoon.’
‘“Gewoon”? Wat “gewoon”? Wat is “gewoon”?’
Yavuz kijkt hem onderzoekend aan en Duygu begint zich ongemakkelijk te voelen. Hij zou het nu niet meer erg vinden als Yavuz weg zou gaan. Dan begint Yavuz plotseling weer te lachen. Hij gaat rechtop staan.
‘Volgens mij zijn de jongens klaar met partijen kiezen. En ik kan ook maar beter gaan. We willen Mehtap natuurlijk niet boos maken, of wel, kleine spruit? Ik zie je nog wel.’
Yavuz zwaait even en loopt weer weg.
‘Tot vanmiddag!’ roept Duygu hem na.
Hij kijkt Yavuz na terwijl die wegloopt. Hij kijkt hem na tot hij om de hoek