stond de definitie van de domheid als een blinde neiging tot zelfdestructie die de mens heeft gedwongen zijn intelligentie te ontwikkelen. Alle strategieën om de domheid te beheersen, vormen bij elkaar onze cultuur. Maar intelligentie biedt nog geen garantie voor zelfbehoud, integendeel; intelligentie kan domheid zelfs kracht bijzetten. De enige uitweg is het permanent verzinnen van nieuwe strategieën om de domheid het hoofd te bieden. Domheid is zo bezien de motor van onze beschaving.
Iedereen moet op de een of andere manier in het reine komen met de idiotie van het bestaan. De meesten nemen hun toevlucht tot religie, voetbal, praten met de poes. Van Boxsel ontwikkelde een literaire eenmanstheorie die moest leiden tot een originele invalshoek op schijnbaar vanzelfsprekende zaken. Hij nam een voorbeeld aan de encyclopedisten van Tlön. Het ging hem niet om een logische of filosofische waarheid, maar om een paralogische waarheid die in het beste geval via de speelse vorm een tegenbeeld geeft van de gesmade domheid.
Met behulp van een assenkruis, een semiotisch kwadrant en de patafysische spiraal vond hij in 1990 de sleutel tot het wereldraadsel. Hij had zijn theorie op een A4-tje samengevat, en de volgende twee jaar waren de meest productieve van zijn leven. In 1992 bereikte hij zijn domheidspunt: toen hij terugging naar het oerplan begreep hij er niets meer van. Dezelfde intelligentie die hem zo ver had gebracht, keerde zich tegen hem, met paroxysmale boezemfibrillaties tot gevolg. Op de hometrainer hervond hij na jaren zijn zelfvertrouwen. Vanaf 1995 besloot hij alleen nog over de domheid te schrijven, met Musil als kroongetuige. Aangespoord door Anthony Mertens publiceerde hij zijn essays in De Revisor. En sindsdien leefde hij van de domheid. Om zijn ideeën uit te proberen, gaf hij lezingen in het hele land voor hem wezensvreemde mensen, als managers, patentadvocaten en gynaecologen, die hij inwijdde in het errorisme. Ook verzorgde hij een Cursus Domheid aan de Rietveld Academie in Amsterdam en aan de Rijksuniversiteit Groningen. De resultaten waren overal merkbaar.
In 1999 verscheen bij uitgeverij Querido De Encyclopedie van de Domheid waarin de domheid op feestelijke wijze werd ontleed met behulp van tekenfilms, triomfpoorten, tuinarchitectuur, barokplafonds, het koningshuis en sciencefiction. In feite was dit boek geboren uit De Topografie van de Domheid. Enkele elementen zijn gebruikt voor dansvoorstellingen in Oostenrijk. Het boek werd in zestien landen vertaald, tot zijn trots en verbijstering. Volgens Van Boxsel bewees dit dat domheid een internationaal verschijnsel is. Maar zijn Zuid-Koreaanse vertaler merkte op dat ook de Lof der Zotheid van Erasmus overal is vertaald. Hij zag domheid als een typisch Nederlands exportproduct.
In 2001 verscheen Morosofie, een boek waarin Nederlandse en Vlaamse den-