bezigheden die hem interesse inboezemden en een levensmotto dat luidde: ‘Niet kiezen is ook een keuze.’ Wat daarvan zij, de vraag blijft wat hij tot stand zou hebben kunnen brengen als hij zich grotendeels aan één onderwerp of aan één loopbaan gewijd zou hebben.
Als gymnasiast zag de in 1957 in Alkmaar geboren Martinus William Benjamin Asscher een toekomst als classicus en archeoloog voor zich. Zijn ouders echter stuurden hem naar Leiden om rechten te studeren. Als compensatie voor het naar zijn smaak tamelijk geestloze karakter van deze studie volgde hij daarnaast colleges Assyriologie bij prof. F.R. Kraus en Griekse Papyrologie bij prof. P.W. Pestman. Tijdens zijn studietijd werkte hij als suppoost in verschillende Leidse musea, waarmee hij het geld verdiende dat nodig was om de boeken te kopen die hij er zat te lezen, bijvoorkeur in het interieur van de drie schitterende historische stijlkamers van het Museum De Lakenhal. Asscher studeerde af in 1980 met een doctoraal keuzevak Auteursrecht aan de Universiteit van Amsterdam.
De combinatie van een zekere bezetenheid van boeken met zijn auteursrechtelijke belangstelling leidde tot een loopbaan in de uitgeverij, eerst als corrector bij De Arbeiderspers, daarna als directie-assistent bij Meulenhoff. Als rechterhand van directeur Laurens van Krevelen, ontwikkelde Asscher zich tot uitgever van Meulenhoffs uitgebreide fonds aan vertaalde literatuur. In 1989 werd hij adjunct-directeur en drie jaar later directeur van de uitgeverij. Hij zou de rest van zijn leven bij Meulenhoff zijn blijven werken als het bedrijf niet, eerst na overname door de Perscombinatie (1994) en vervolgens door enorme schaalvergroting als gevolg van toetreding door de Nederlandse Dagbladunie (1995), in onheilspellend vaarwater was beland. In 1998, enkele jaren voordat wanbeleid aan de top van het concern ook van Meulenhoff zijn tol zou eisen, stapte Asscher over naar het Ministerie van OCW, waar hij Directeur Kunsten werd. Die stap markeerde een verbreding van zijn culturele belangstelling (muziek, toneel, opera, dans, film, architectuur) en een verdieping van zijn bestuurlijke en maatschappelijke inzichten.
In 2004 greep hij de mogelijkheid aan om directeur en mede-eigenaar te worden van de Athenaeum Boekhandel, en aldus het Haagse cultuurbeleid weer te verruilen voor het Amsterdamse literaire en universitaire milieu, de stad waar hij overigens ook als Haags ambtenaar was blijven wonen. De Athenaeum Boekhandel, die gold en geldt als een van de beste onafhankelijke boekhandels ter wereld, bood hem de ideale omgeving om zijn culturele drijfveren te combineren met het zelfstandig ondernemerschap.
Asschers literaire werk wordt gekenmerkt door een ironische toets, een speelse en intrigerende omgang met historische bronnen en een behoefte om