‘Eigenlijk zou er een foto op moeten van een man, die in een desolaat landschap richting de horizon loopt,’ zei Han.
‘Waarom zou jij die man niet kunnen zijn, en gaan we die foto niet zelf maken?’ stelde ik voor.
En zo gebeurde het dat we naar Friesland reden om vormgever en in dit geval ook fotograaf Christoph Noordzij op te pikken, om vandaaruit naar Drenthe te rijden, waar Han uit zijn Bureau-tijd een plekje had onthouden dat totaal beantwoordde aan het landschap dat hem voor ogen stond, ergens in de buurt van Emmer-Compascuum. Daar en nergens anders moest het gebeuren.
Een onbezoedelde horizon, een lange smalle weg, Christoph met fototoestel op de grond liggend, Han - in zwarte jas gehesen en met een hoed op van mijn schoonvader - langzaam weglopend naar het niets. En Han liep stug door zonder om te kijken, want dat hadden we zo afgesproken. Regelmatig gebeurde het dat ik hem een paar honderd meter verder sprintend inhaalde, terwijl hij nog helemaal in zijn rol gestaag doorliep.
Het omslag werd prachtig, bijna niemand herkende Han erop en de pret werd helemaal compleet toen we bij een paar herdrukken die volgden steeds een andere foto op het omslag plaatsten. Ook dit werd door niemand opgemerkt.
Het boek werd matig besproken, geheel volgens verwachting, maar hij kreeg veel post van lezers die wel degelijk gegrepen waren door het boek. ‘En dat zijn mijn echte lezers!’
*
In het voorjaar van 2007 ging het lopen Han steeds moeilijker af. En ook fietsen was een probleem omdat hij bang was te vallen bij het op- en afstappen. Voor iemand die tot voor kort naar Kampen fietste was het een flinke dreun om alleen nog maar een beetje in de buurt te kunnen wandelen.
Op de Herengracht had hij een oudere man op een driewieler zien rondfietsen en dat leek hem wel wat. Ik bood aan met hem mee te gaan naar een fietsenspecialist in de Spaarnwouderstraat in Haarlem, pikte hem op van het station in Haarlem en reed naar de winkel.
Hij had een voorkeur voor de variant met twee wielen voor en één achter. ‘Dan kan ik de breedte beter inschatten, en kom ik in ieder geval niet in de berm terecht met één van de achterwielen.’ Het eerste proefritje was een deceptie. Rakelings langs geparkeerde auto's, van links naar rechts slingerend, bochten die nauwelijks genomen konden worden en constant de