Tirade. Jaargang 52 (nrs. 422-426)(2008)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Iris Brunia Gedichten Bont Zou ik de dingen die ik doe kunnen doen zonder schaamte in de wetenschap dat het jou - als het er op aankomt - niet werkelijk uitmaakt wat ik zeg, ben of doe? Ik vermoed dat het een geruststelling kan zijn Alsof alles vanzelfsprekend was legden we hier onze huiden af Met de kat tegen mijn borst bepelsde ik mezelf en jij omhelsde me Aan jouw gezicht ontleende ik mijn oprechtheid en jij ontleende de jouwe aan het mijne We waren slordig, de tijd spleet ons Je kunt het nog zien: kijk naar de peuk op de wasmachine, de kleding nog nat, de stank onhoudbaar, de lakens opgepropt Ik zou een verstaanbare pijn willen hebben - die te troosten is - zodat ik verlicht kan worden met een verleden dat van ons beiden is [pagina 68] [p. 68] Hereniging Rouw liet de betekenis van onze letters versterven en vormde woorden bij bekentenissen die niet te schrijven waren. Niet te achterhalen, niet na te gaan, alleen door opnieuw te vertellen opnieuw - misschien nieuw - werden Het is vanwege jou dat mijn ontrouw zich vertalen liet. Een parafrase van een fase waarin alles alleen in mij bestond en keer op keer opnieuw begon zonder werkelijk te beginnen, maar buiten wonder of verrassing toch alles veranderd wist Aansluitend gaan de dingen verder, kijk ik televisie, schrijf en blader wat door de krant van gisteren, omdat wat ik daarin lees nu gefilterd is Onthand als ik ben zap ik het journaal weg en maak een stapel van vandaag om later open te slaan Verteerbaar zijn de dingen die lang voor ons onterend waren. Pas daar waar ik me het diepst vernederd vind begrijp ik hoe ik moet eten, drinken, slapen, opstaan, en misschien kan praten Juist omdat dat niet meer mijn bedoeling is Vorige Volgende