| |
| |
| |
Arjen van Veelen
De wereld is je bingokaart
Hola, dames! Hier is een leuk uitziende vent, 32 jaar. Sinds kort weer single. Normaal niets voor mij om via deze weg... Maar goed: dachten jullie waarschijnlijk ook in eerste instantie...
Er schijnt dus niemand te reageren als je hier niks typt. Dus zal ik mezelf even ‘verkopen’. Hinkt weer zo wanhopig, en dat ben ik dus niet (nee echt niet...).
Maar goed, ik ben dus Leendert (en misschien mag je straks wel Leentje zeggen). Spontane vent en na wat ‘flops’ wel weer toe aan een nieuwe uitdaging.
Wie ik ben? De mooiste opmerking van iemand die me goed kent is dat ik echt ben. Dus niet fake of groter zijn dan je bent. What you see is what you get. Vind je me niks your loss. Je kunt met me lachen (ff niet huilen, heb ik al genoeg gedaan lately), ontspannen, inspannen...
Qua uiterlijk - zonder arrogant over te komen, want daar heb ik echt een hekel aan - ben ik best blij met mezelf. Dus alle dames met een goddelijk lijf... geintje.
Ik ben geen machotype. Ik praat graag over mijn gevoelens. En niet dat het belangrijk is, maar ik heb een koophuis (centrum) een leuk autootje. Ben nou ff in-between-jobs... Ik zit in de projectadministratie van de engineeringsbranche. Bevalt me super, projectmatig werken, want je komt steeds met nieuwe mensen in ‘aanraking’. Helemaal prima.
Kom net terug uit Suriname, waar ik drie jaar heb gewoond (projecten opzetten, etc. etc). Prachtig land, heerlijke mensen! Dat zeg ik gewoon, hoewel ik daar dus echt wel iets kuts heb meegemaakt op het relationele vlak, maar dat vertel ik je later wel.
Je moet alles in het leven positief zien! Zo zie ik het.
Dames, ik geef jullie een rondleiding door m'n ‘paleisje’. Om me heen zie je de verhuisrommel, natuurlijk. Heb een leuk keukentje, met zo'n Amerikaanse koelkast. Ben verder niet zo'n kookprinses, maar voor jou maak ik graag een uitzondering... Ben verder een no nonsens-type, liever het inner- | |
| |
lijk dan het materiële. En nou zit ik hier dus aan mijn bureautje, laptoppie, lampje. En o ja, een opgezette piranha. Souveniertje uit Suriname. Mooie tijd.
Heb net een lekker Chileentje opengetrokken. Ik zeg: leven = genieten. En het praat c.q. typt wat makkelijker, toch. Proost!
Okidoki, komt-ie-dan-hè, roffelderoffel... this one goes out to all the beautiful lady's out there... Leentje Rozeboom = eerlijke, spontane gozer; knuffelbeer; gewoon in de auto springen en kijken waar het schip strandt; Baantjer, Spoorloos, Air Crash Investigation; live life to the max!!; steenbok serieus, rustig, gevoelig; tapasjes; humor (doe soms een poging:-))).
En de rest? Moet je maar ontdekken. Ben gewoon even aan het rondkijken hier op de site. Life is a box of chocolates. Ik zou zeggen, dames: sta op, mijn vriendin! Mijn schone, en kom! Mooi toch? Da's uit de bijbel, ik ben (niet meer) religieus maar dus wel zo opgevoed. Ben ik mee gestopt toen ik het een en ander aan voor mijn kanis heb gehad. No hard feelings, hoor. (En o ja even voor de duidelijkheid, lady's, als ik zeg: gewoon even rondkijken, bedoel ik dus niet ‘op zoek’, maar wel ‘open staan’ voor nieuwe contacten schuine streep ervaringen. Mijn motto: de wereld is je bingokaart)
*
Ik ben geen slecht mens, denk ik, maar toch ga ik Leendert Rozeboom een mail sturen. Hij was een sopiman, een dronkelap, toen ik hem voor het eerst ontmoette. Dat was in Club Touché aan de Dr. Sophie Redmondstraat, Paramaribo, Suriname. Ik was achttien en werkte daar achter de bar.
Club Touché is de plek waar de bakra's, de kaaskoppen, komen. Ze draaien er alles door elkaar, R&B, dancehall, salsa, merengue, house en dan weer R&B. Daar komen veel blanke meisjes op af, die later juf of verpleegster willen worden. De stagiaires. Ik mocht ze niet. Ze hadden alles wat ik niet had. Ouders. Geld. Opleiding. Een lelieblanke huid. En ze konden ook nog best aardig salsa dansen.
Ik verachtte de slordigheid waarmee ze leefden. Hoe ze, als ik 's ochtends om zes uur aan het opruimen was, als kleine katjes die van plastic hebben gesnoept, moesten overgeven in de hoek van de garderobe, miauwend van ellende. Hun meisjeskots was de ene week blauw van de Blue Hawaiian, de andere week bleek en slijmerig van de Baileys, maar verspreidde altijd dezelfde zure geur die ik nooit zal vergeten.
De negers, mijn broeders, ze dansten met de stagiaires. Kruis tegen kruis,
| |
| |
kruis tegen kont. En hoe lelijk de meisjes ook waren, als slavenhandelaren konden ze om vijf uur 's ochtends de zwarte mannen meevoeren naar hun identieke appartementjes, waar ze onder muskietennetten, die ze allemaal in dezelfde winkel hadden gekocht, de koloniale verhoudingen voor een nacht omkeerden.
De Nederlandse mannen? Zij kotsten met meer bravoure dan de meisjes, brullend als gewonde leeuwen, meestal buiten bij de parkeerplaats, waar ik na mijn werk stond te wachten op de taxi. Hun kots was altijd bruin. Rumcola.
Net als mijn klasgenoten gebruikte ik de Nederlandse mannen. Eens in de drie maanden zocht ik er een uit. Een passant, liefst kwetsbaar en onvolwassen. Er waren er zat. Mijn pick-up line was dat ik Nederlands wilde studeren.
Mak als lammetjes waren ze, drenkelingen met witte kippenborstjes en neuzen die afbladderden van de zon. Ze vergooiden hun leven in de tropen. Ik pakte hun geld. Het gelijk van de koloniale geschiedenis, zo rechtvaardigde ik mijn daden. Als ik 's ochtends vroeg terugkeerde naar Sophia's Lust, de wijk waar ik ben opgegroeid, zag ik mijn twee jonge broertjes rustig slapen. Ik deed het voor hen. Ik zal God nooit om vergeving hoeven vragen. Alleen bij Leendert heb ik daarover getwijfeld.
*
Goed dames, ter zake. Ik zoek dus een vrouw die er toch wel goed uit ziet en waar je mee kunt lachen, want mensen moeten in ieder geval wel veel om mij lachen. Humor is my middlename. Ik wil nu gewoon een leuke integere meid om mee af te spreken. Als ik op zondagochtend wakker word heb ik zin om croissantjes te bakken... in je eentje is daar dus niks aan. Dit is geen noodkreet ofzo, voor jullie dat denken. Maar ik zeg: om de loterij te winnen moet je wel eerst een lootje kopen.
*
Leendert Rozeboom, ik zie hem nog binnenkomen. In zijn eentje, in een plakkerig shirt van het Nederlands elftal. Ze hadden gewonnen die dag. Een Hollandse pummel. Niet echt lelijk, wel echt eenzaam. Een dronken Hollander met heimwee. Een goed mens, dacht ik, te goed - precies wat ik zocht.
| |
| |
Het was die avond rustig in Touché. De dj draaide Sean Paul. Leendert liep naar het midden van de zaal. Hij sprong op en neer en zong mee.
Just gimme the light and pass the dro!
buss anotha bokkle a moe!
Hij danstte de Borgoe-rum uit zijn glas. Zijn andere hand wees naar de hemel. Hij stapte op een verhoging en deed met zijn handen en benen hiphopbewegingen na.
Gal dem inna mi sight and I got to know
Which one is gonna catch my flow
Hij kwam naar mij toe voor nieuwe Borgoe. Boog zich over de toog en keek mij met lodderige ogen aan. ‘Dushi,’ zei hij. Ik bestuurde hem. Een makkie, wist ik. ‘Dushi, de w-winter is fbij, duss ssta nouwop, friendin! Mijn schone, en kom nou!’
Ik lachte naar hem. Negeerde zijn bestelling. Pakte hem bij de arm, duwde hem voor me uit en bracht hem naar het kamertje waar mijn spullen lagen. Ik gaf een glas water, ging weg en deed de deur op slot. Toen ik om zes uur's ochtends klaar was met mijn dienst ging ik kijken. Hij was wakker. ‘Sex?’ vroeg ik.
*
Ik heb veel problemen gehad met mezelf, depressies zeg maar, dipjes, wat je wil, maar nu gaat het al een tijdje goed. Ik heb geen broertjes of zusjes. Mijn ouders zijn dood. Maand na elkaar. Yep.
Op het sterfbed van mijn vader zongen we gedrieën een psalm. Op het sterfbed van mijn moeder zong ik met haar een psalm. Ik zing nu nooit meer een psalm. Ik kreeg bloemen van mijn werk toen mijn vader stierf. What doesn't kill you can only make you stronger, stond er op het kaartje. Weet ik nog precies, want toen mijn moeder stierf, kreeg ik van de bloemenservice een boeket en een kaartje met exact dezelfde tekst.
*
Hij knikte. Ik bestelde een taxi. In de taxi vroeg ik waarom hij dronk. Hij zei dat hij te vaak belazerd was. Dat-ie veel problemen had gehad met zichzelf
| |
| |
maar dat het nu al een tijdje beter ging. ‘Vrouwen’, zei hij, ‘yu sabi toch, je weet toch’. Ik vond het schattig dat hij Surinaams sprak. ‘Yu na a boy fu mi dreng,’ fluisterde ik in zijn oor, ‘je bent de jongen van mijn dromen’. De taxichauffeur glimlachte naar mij.
Hij had een lelijk appartement. Een hutje eigenlijk, van beton. De vloer beplakt met linoleum. Een halflege fles Borgoe naast de koelkast. Een twijfelaar met een muskietennet erboven. Er stond een spuitbus kakkerlakspray naast het bed. We kleedden ons uit. Hij zweette al hevig voordat we begonnen te neuken. Hij kwam snel. ‘Sribi switi, helpiman,’ fluisterde ik in zijn oor, ‘slaap lekker, verlosser’.
*
In Suriname ben ik belazerd. Genakt, heet dat. Pinas was haar naam, een negerin, zeg maar. Ik leerde haar drie jaar geleden kennen in Club Touché aan de Dr. Sophie Redmondstraat, in Suriname. Het Nederlands elftal had die avond de kwartfinale behaald. Ik ging met wat vrienden naar de kroeg om te dansen (ik kan best aardig dansen, zeggen mensen). Ik sprak haar aan bij de bar. Ze was geboren in Sophia's Lust, vertelde ze, een straatarme wijk in Paramaribo, golfplaten en zo, ratten, vertelde ze, maar ze wilde per se in Nederland studeren. Houd ik van, ambitie. Ze had ook iets van dat Latijns-Amerikaanse, temperament, passie. Dat zit in hun bloed.
We raakten aan de praat. Honderduit. Over eten, over Suriname. Ze was echt in mij geïnteresseerd. Haar ouders waren ook dood en dat gaf natuurlijk raakvlakken.
Ik besloot haar te helpen. Haar uit de getto halen, want zo ben ik. Heb haar die nacht thuisgebracht. Ze vroeg of ik met haar mee naar binnen wilde gaan, maar zo is Leentje niet. We spraken nog een keer af. Vond haar mooi, intelligent. God, wat vond ik haar mooi. En ja, we hebben later ook gevreeën. Ik had daar zo'n houten huisje uit de koloniale tijd. Ik zal er geen doekjes om winden. Op mijn veranda. En sorry, maar alle clichés zijn waar.
*
Terwijl hij snurkte zoals alle Hollandse mannen keek ik rond in zijn appartement. Zijn laptop en zijn creditcard waren wellicht genoeg voor een ticket. Maar bij elkaar was het niet voldoende om mezelf los te kopen. Niet de grote klapper. Hij had, bleek later, ook niet zo'n fantastische baan. Ik heb
| |
| |
die nacht niets meegenomen. Dat was voor het eerst. Ik ben vaker met hem gaan afspreken. Was het de hoop dat er zo meer te halen viel? Mi no sabi. Ik weet het niet. Mijn hart zei dat hij een goed mens was.
*
De perfecte vrouw? Kan ik niet omschrijven. Maar wat ik dus haat is als je alleen iemand zoekt om je eigen sores kwijt te kunnen. Ik zeg: liefde = geven.
Wat ik echt een goeie film vind is Donnie Brasco. Met Al Pacino, hij is van de maffia. Johnny Depp gaat dan infiltreren en belazert hem dan, want hij kon dus niet anders. Vanwege zijn opdracht. Maar Al Pacino vindt het dan niet erg, want het was eigenlijk zijn zoon geworden. Forget about it, zeggen ze dan de hele tijd. Zo zie ik het een beetje, hoe het gebeurd is, dat gelazer met La Pinas. Forget about the slet. Dat rijmt.
Ik zoek nu een integere vrouw voor de gewone dingen. dvd-tje kijken, zomaar ineens weg naar het strand.
Dames, ik zal eerlijk zijn. Leentje is dus ook best een klootzak geweest. Vrouwen houden van klootzakken, zeggen ze. Ja, dûh, maar je moet het wel goed kunnen timen. Wij mannen maken vaak kapot wat mooi is en wat lelijk is pakken we vast. Als ons laatste flesje bier, haha.
Soms denk ik dat al dat gedoe een strafwas. Maar daar geloof ik dus niet in. Een straathond voelde ik me soms, als je het me eerlijk vraagt. Is het slecht dat ik me nog dagelijks afruk op iemand die mij heeft belazerd?
*
Kun je houden van een man en tegelijkertijd weten dat je zijn laptop gaat stelen? Zijn golden Visacard gaat leegtappen? Ik begon te twijfelen toen ik de seks niet afschuwelijk vond. Hij sloeg me zelfs niet als ik daar om vroeg. De andere Hollanders die ik bestal waren rauwdouwers. Afstammelingen van voormalig slavendrijvers, zo zag ik ze. Als ze met hun dikke, glimmend witte penzen, zwetend als otters en knorrend als zwijnen, over mij heen waren geweest, had ik geen enkele moeite meer hun spullen te pakken. Bij Leendert was die moeite er wel. Hij wilde me helpen bij mijn studie, de schat. Mijn broertjes helpen met hun huiswerk. In bed was ik de prinses (althans, hij deed zijn best).
Hij probeerde zelfs Surinaams te leren. Mi gudu, mi gudu, hoe heb ik het
| |
| |
hem ooit kunnen aandoen? De twijfel was voorbij toen hij op een ochtend vertelde dat hij naar de cambio ging. De koffer lag die nacht onder het bed toen we vreeën. Ik wist dat het de laatste keer zou zijn.
*
De zwarte slet, bijna gunde ik het haar. Ik had het geld die ochtend bij een cambio, een wisselkantoor, opgehaald voor een tweedehands bulldozer. Yokohama Cars, stond op de envelop. Die nacht de lekkerste seks ooit. Ja, dat dan weer wel. Man! Heb haar nog weggebracht. Handkusjes en alles gaf ze, met haar grote lippen.
Toen mijn handen onder het bed vergeefs tastten naar de envelop, dacht ik niet aan haar. Dat kwam pas toen ze spoorloos bleek. Gone. Foetsie. Verschwunden.
Mijn baas ontsloeg me toen hij hoorde dat het geld weg was. Was toch een eikel, ik haatte die baan. Erger was de pijn. Ik had het echt nooit gedacht. Heb haar nog een woedende mail gestuurd, in het Surinaams, heb in een internetcafé uren zitten zoeken hoe je dat zegt in het Surinaams, de honderd synoniemen van kuthoer. Tja. Heeft ze nooit op gereageerd. Ben nog naar haar huis gaan zoeken. Wist alleen de wijk, Sophia's Lust. Viel trouwens wel mee met die golfplaten. Aardige optrekjes, hoor. En natuurlijk geen spoor. En ze heten daar allemaal Pinas. Ze was vast ook al het land uit.
Ik zou haar moeten kunnen vinden. Ze is vast Nederlands gaan studeren, haar passie. Maar zo ben ik dan ook weer wel: ze heeft haar droom gevolgd. En ik laat het zo. Een bijbel die uit een hotelkamer is gejat.
*
Zelfs nadat het was gebeurd kon hij niet kwaad worden. Hij mailde me nog. In het Surinaams, de schat had het speciaal opgezocht. ‘Mi ati is broko,’ mailde hij, ‘mi howpu dati a esi betre’. Mijn hart is kapot. Ik hoop dat het weer heelt. En nooit heeft hij de politie gebeld. De goedzak.
*
Toasten we intussen op alle mooie dames die er nog zijn! Cheers, lady's! Niet in slaap vallen, hè? Sorry dat ik zo ouwehoer, maar beter dat je me een
| |
| |
beetje leert kennen toch? Straks zit je daar op je eerste date als twee zombies aan zo'n tafeltje en heb je elkaar gewoon echt nul-komma-niks te melden. Zo zie ik het.
Ik heb nog drie jaar in Suriname gewoond. Werk liep niet echt, gezeik met douane, belasting. Je moet daar echt mensen kennen, anders plukken ze je. Hosselen, noemen ze dat. Dat met de slaventijd zit allemaal nog heel diep bij ze. Ik ben van nature geen racist, maar soms denk ik... Maar goed. Ben nou dus weer terug. Amsterdam. Heb je trouwens ook genoeg Surinamers. Lopen alleen maar Pinasjes hier in de supermarkt.
Weet je wat ik haat? Als jullie denken dat ik hier zit omdat ik niemand kan krijgen. Maar fuck, ik heb best veel energie gestoken in vrouwen die eigenlijk alleen maar een maatje wilde hebben in ‘slechtere’ tijden. Dat ik zo lief was! Dat ze zich nooit zo op hun gemak hadden gevoeld! Ik gaf ze de ‘wereld’, maar maakte mijn eigen behoeftes honderd keer ondergeschikt. En altijd gingen ze verder. Geen briefje met dank-u-wel. Ben je ook zo? Sorry. Dan sta ik niet voor je klaar vandaag. Als je je niet wil openstellen.
Soms belt er nog eentje, 's nachts, als ze na het uitgaan veilig naar huis willen lopen. Willen ze hun nieuwe vriendje niet wakker maken. Ik neem altijd op. Ja, wat denk je?
Ik mis het intieme vlak. Ik ben toch niet de enige dan die soms gewoon een lekker lijf tegen me aan wil voelen? Op de bank of in bed of wherever. Is dat te veel gevraagd? Kijk me hier dan, met een lege Chileen achter de computer te lullen tegen het ganse niemandsland. Straks worden we nog emo, Leentje met z'n lege Chileentje. Weet je wat, Leentje met zijn lege Chileentje gaat zometeentje naar de avondwinkel. In zijn fucking ééntje. Rijmt.
*
Het geld leek meer dan voldoende. Ik heb het in drie porties verdeeld. Een lange brief geschreven aan mijn twee broertjes. Terwijl ze sliepen heb ik onder hun beide kussens zevenduizend dollar gelegd. Toen ik landde op Schiphol voelde ik me bolletjesslikker.
*
Danerolles. Hebben jullie eigenlijk enig besef hoe het voelt om in de avondwinkel twee mensen samen Danerolles te zien kopen? Nee hè? Of hoe het
| |
| |
voelt om 's nachts je computer aan te zetten, achttien nieuwe mails, maar geen enkel, geen enkel mailtje is écht voor jou? Ik kan hun kutteksten niet meer zien. Enig besef? ‘Hi mijnheer Rozeboom,’ schrijven ze, ‘I will love you more than any other guy. Separate yourself from other men, meneer Rozeboom! Nobody will know bout your problems! Want to be a hero in bed? Want to cure yourself, mijnheer Rozeboom?’
*
Ik woon nu drie jaar in de Bijlmer. De Bimre, zeggen de Surinamers liefkozend. De wijk is vooruit gegaan, zeggen ze.
Het geld ging op. Ik werk achter de bar, mijn oude baan. De baas heeft drie maanden geleden een kind bij mij verwekt. Ik heb altijd alles gedaan voor anderen. Mijn broertjes gaan naar school.
Ik ben geen slecht mens, denk ik. Ik ga hem een mail sturen. ‘Fa fu mi gudu?’ zal ik schrijven, ‘hoe gaat het met mijn schatje?’ En ik zal Leentje niets meer schuldig zijn.
|
|