Tirade. Jaargang 51 (nrs. 417-421)(2007)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Willem Jan Otten Over onthouden gebleken te zijn Mijn dag begint steevast met trachten te vergeten wie ik toen ik droomde was: een derricuul geflipperd door het onherinnerde heelal. De tekkel Kaspar David Frederik moet worden uitgelaten en dus sta ik even later boven op het duin, één beentje in het canvas van mijn innerlik - de zee zou zijn volledig tragisch onbeschreven ex nihilo ex nihilo als ik genoeg heb zeg ik ho, maar zie: daar ligt zij als een aquarel te drogen in de opgekomen zon, zij ligt daar alle ochtenden, en heb haar nooit onthouden, elke ochtend ligt zij, elke ochtend weer wordt, één seconde voor mijn komst, tot haar besloten, vraag mij niet door wie waarom - O zing niet dat je bent, zing dat je blijkt, weer is het kind je voor geweest en hikt je op. Vorige Volgende