reiziger, die in deze situatie terechtkomt, van het grove ‘wilt u wel eens van mijn plaats afgaan’ tot het beleefde ‘pardon, ik vrees dat hier een misverstand in het spel is: volgens mijn plaatsbewijs is dit mijn plaats’, maar de heer Van het Reve krijgt geen woord over de lippen. Hij krijgt onmiddellijk darmstoornissen, hij zit in een hopeloze situatie: hij durft die onrechtmatige zitter niet van zijn plaats te verjagen, maar hij durft ook niet ergens anders te gaan zitten, want dan zou hij een ander weer onrecht doen.
Eenmaal ergens aangekomen wordt hij weer gehinderd door een aantal andere eigenschappen die voor een reiziger fataal zijn: het betreden van onbekende gebouwen staat hem tegen, zodat hij kerken en musea, bibliotheken en restaurants alleen onder dwang of grote noodzaak zal binnengaan. Daarbij komt dat hij in optreden en uiterlijk iets heeft, dat maakt dat hij altijd en overal als laatste geholpen wordt. Staat hij in een rij, dan heeft iedereen meteen in de gaten dat hij iemand is die zich gemakkelijk laat verdringen, en de voordringers onder de wachtenden maken daar gretig gebruik van. Er zijn mensen die maar even het hoofd hoeven te heffen of er komt een kelner, een gids, een winkelbediende, een politieagent, een voorbijganger aansnellen. Ik daarentegen kan kijken, gebaren, met de vingers knippen, roepen en fluiten zoveel ik wil: er komt niemand.
Hoe vaak, lezer, heb ik dat niet meegemaakt: ik rijd met een auto een garage binnen. Ik stap uit. Ik kijk beleefd, doch dringend om mij heen, wachtend op iemand die mij zal vragen wat er van mijn dienst is. Tientallen monteurs en chefs de réception lopen rond zonder naar mij te kijken. Met neergeslagen ogen gaan zij soms vlak langs mij heen. Zo sta ik tien minuten. Dan komt er een auto aangereden ongeveer zoals de mijne, waar een man uitstapt die even oud is als ik, ongeveer op dezelfde wijze gekleed, van dezelfde inkomensklasse, stemmend op dezelfde politieke partij, liefhebber van dezelfde televisieseries en drager van dezelfde academische graad. Net als ik getrouwd en twee kinderen. Hij is zijn auto nog niet uit of er staat een monteur naast hem die met grote belangstelling vraagt of hij soms iets aan zijn automobiel gerepareerd wil hebben.
Zo iemand ben ik. Maar verder heb ik veel praatjes.