Tirade. Jaargang 50 (nrs. 412-416)(2006)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Ester Naomi Perquin Gedichten Voor straf Goed zal hij er nooit in worden, die kleine zoutpilaar, van kijken tussen treden door als hij alweer een trage aftocht klimt, vaak om iets kleins, iets alledaags waarvoor driemaal gewaarschuwd is: modder van zijn tractor op het kleed of ook - als wij een ogenblik niet kijken - zijn zusje knijpen, dingen die hij doet. Toch krijgt hij meer en meer het rationele dat zijn vader heeft, verveling die hem iets ouders geeft. Hij vergeet zijn speelgoed niet meer mee te nemen wanneer wij zeggen opstaan, weggaan, doet hij alles in een vreemd soort roes. En ja, wij missen soms dat hele erge van echt verlaten zijn dat uren in hem na bleef gloeien als hij voor straf van tafel moest. [pagina 34] [p. 34] Verloren schrift Waar hij eerder nog kon jagen en wij lazen: bos vol beesten, hoge lijven, volheid op papier veelpotig, niet te tillen door getal of de zwaarte van geweien trillen nu schraal beschreven velle, toont hij angstig wat hij heeft geschoten wat te zien is in zijn reservaten: waterplaatsen, droog gelaten, oude herten zonder poten. Soms laten ze zich, lijkt het, even lokken met betekenis: aanzetten tot jonge dieren nog in nesten, schetsen waar niet van te eten is. [pagina 35] [p. 35] Staatsgeheim Overmaatse vogel door hoog in de lucht gestoken borstels schoongeschrobd en bovenop het touw verstopt waaraan hij deze vlucht moet hangen. Samenspel door onbekende machten, trucages van een verborgen overheid. Die meisjes met rokjes en hoedjes? Zwijgen verplicht. Of moeten geloven. Eenmaal boven is de druk zo laag dat elk besef - hoe log, hoe zwaar, hoe traag - van zwaartekracht verdwijnt. Wat niet weet, wat niet valt. Maar wie betaalt de mannen die de wolken langs de vleugels trekken? Wie wast hun hemelsblauwe overalls? [pagina 36] [p. 36] Vertegenwoordiger Je bent naar alle waarschijnlijkheid veel langer, breder ook dan ik nu zie, hebt meer ogen bovendien, allerhande tastende gevoeligheden, waaronder oren voor zelfs het minst geluidmakende leven om je heen: kaarslicht, slapend kikkerdril. Je hebt in het echt misschien een been dat mankt, je loopt gebogen, hoofd omhoog, of liever hoofden, meerstemmig ook. Je spreekt in vreemde tongen, als je spreekt - maar meestal blijf je stil. Ik kan het allemaal niet zeker weten. Het lichaam dat jou lijkt uit te drukken, jou verpakt en dan in porties aan mijn blik verkoopt, maakt de winst, loopt wel binnen, doet maar alsof het jou mag zijn, alsof het bestaat: onverdraaglijk traag ademend ding dat zich om je vormen wringt. Vorige Volgende