Tirade. Jaargang 50 (nrs. 412-416)(2006)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Peggy Verzett Cultnat 1 het is de nacht zo voor me met de gratis mogelijkheden verwensingen langs heidegebied en vis vol met Mercurius hoewel lispelende elzen en populieren een basso over de turfweg galmen spied ik morula blastula en ik wil graag suiker in mijn botten als een meisje zonder voegen de negers hadden toen een show met witte lippen en een koperluik in de barbershop, zingen [pagina 82] [p. 82] 2 wij zagen een geborduurde en een gevorderde beginner wij kozen de gevorderde met de verre stad achter droeg een verre stad met een brede rivier toe-toe-bedeelde morgens op willekeurige doorsneden onze bladschuiven valhoogten en composieten de wind weegt het vlees van de hypocrises Anna! hier is wat fraais begonnen zet 't likhout op een kier door de gaten van onze kapsels helt een lucht van gewelfde zucht tussen lamplicht en lamplicht die langs zouden komen [pagina 83] [p. 83] 3 met het zien naar de bergen die in de verte vragen of de grote rivieren met geelachtig water overal golft maar niet al te hoog kleinste beweging langs geknakt gras kijk hier ligt buitengewand in een kielzog slaap met hellingen om het lijf en beekje kabbelen in het grind bim bom weg verre torentjes van Ravel en het O! van gebreide corsages langzaam regent het op mijn hoofd afvallende gebaren van het gezicht warandig, er hangt nog een hoofd in Buiten-Aden [pagina 84] [p. 84] 4 waarom zouden we niet wakker worden met dunne urine en een subtiele en verfijnde geest op de binnenplaats van een verveld flatgebouw waar pianomuziek, klassieke volgen zonder dwang door het midden van zaadloze bungalows richting de winkels met de verrukkelijke messensets in Wenen Bunders Tooimos waarom zouden we niet: telen voor als ik jou, zoals jij mij, goed schik met bosachtige omstandigheden Vorige Volgende