Het lied van de elf jaar oude, zacht jankende, grijze, langharige, staartloze, eenogige hond, in de regen, in een autowrak, in de Tweede Kerstnacht, in het bosje bij Ritthem.
Het verhaal van de spijbelende schooljongen die op een parkeerterrein een lijk ontdekt dat sprekend op hem lijkt en waarvan hij denkt dat hij het zelf is.
Een wereld die de onze niet is. Een veelkleurige emotionele zon die zich bekommert om wat hij beschijnt en pas onder gaat als dat goed uitkomt, en een maan die in de nacht af en toe zachtjes aan de hemel gaat staan en geduldig wacht tot men helemaal klaar is met de liefde.
Het verhaal van de aandoenlijke kleine zeemeermin die in de wasbak leeft en die veel drinkt en hard zingt en rauwe vissen eet en zeer snel groeit. Later blijken noch het bad noch de vijver groot genoeg voor het sterk riekende, steeds volumineuzer en luidruchtiger wezen.
De regenworm wil de langste van de wereld zijn en rekt zich uit en rekt zich. En rekt zich zo uit dat hij ten slotte zichzelf tegenkomt.
De rups beklimt een rabarbersteel omdat hij iets van de wereld wil zien en boven aangekomen wordt hij zo afgunstig op de volop bloeiende bloemen dat hij instort en zijn hersens verworden tot een soepje. Als hij weer bijkomt bemerkt hij dat hij schitterend gekleurde vleugels gekregen heeft waarmee hij vliegen kan. Hij beeft van trots en danst en fladdert in grote blijheid pronkend door de lucht en roept steeds dat hij duizend malen mooier is dan welke bloem ter wereld ook. Hij raakt echter tot zijn schrik verstrikt in het web van een spin die onmiddellijk zijn giftige kaken in hem slaat, opdat zijn ingewanden smeuïg en eetbaar zullen zijn. De twee veelkleurige vleugels worden echter zonder omzien door de spin van het lijf verwijderd en uit het web weggewerkt, waarna de wind ze wegvoert.
De fabel van de penis en de vagina. De penis en de vagina vinden elkaar en willen op een mooie lentedag nagaan of zij bij elkaar horen en of zij op de een of andere manier aan- of in elkaar te passen zijn. Ze vinden dit zulk een aantrekkelijk idee dat zij naar een open stille plek in het bos gaan en daar pakken zij alles uit. Ze vinden daarbij de handleiding, die echter