Rutger Kopland is dichter. In 1988 ontving hij de P.C. Hooftprijs. Zijn meest recente publicaties zijn Over het verlangen naar een sigaret (2001) en de essaybundel Twee ambachten (2003). In januari 2004 verschijnt de Gedichtendagbundel Wat water achterliet.
Astrid Lampe debuteerde in 1997 met de bundel Rib. In 2000 verscheen De sok weer aan, twee jaar later De memen van Lara. Beide bundels werden genomineerd voor de vsb-poëzieprijs.
Fouad Laroui publiceerde De tanden van de topograaf, Judith en Jamal en Kijk uit voor parachutisten, en de gedichtenbundel Verbannen woorden. In het voorjaar van 2004 verschijnt De uitvinding van God en andere verhalen.
Tomas Lieske schrijft poëzie, essays, verhalen en romans. In 1997 verscheen De achtste kamer. Zijn roman Fränklin werd bekroond met de Libris Literatuurprijs 2001. Najaar 2003 verscheen de roman Gran Café Boulevard.
Hedda Martens publiceerde twee verhalenbundels, waarvan de tweede Een naald op het water, in 1992 verscheen.
Erik Menkveld is redacteur van Tirade en dichter. Hij debuteerde met de bundel De karpersimulator (1997), in 2001 verscheen zijn tweede bundel Schapen nu!
Guus Middag is essayist, vertaler en editeur. Voor nrc Handelsblad verzorgt hij de rubriek Vrije regelval. Hij publiceerde onder meer Ik maak nooit iets mee, De eerste keer en Vrolijk als een vergelijking.
Marcel Möring is schrijver. Zijn meeste recente titels zijn In Babylon (2000), bekroond met de Gouden Uil, en de novelle Modelvliegen (2001).
Joost Nijsen is directeur van Uitgeverij Podium te Amsterdam.
Wouter van Oorschot is uitgever te Amsterdam. Enkele passages uit zijn bijdrage aan dit nummer zijn gelicht uit de vertelling Verkleed als mens die mogelijk in 2004 verschijnt.