Over het negeren van Multatuli
Multatuli wordt niet genegeerd, schreef ik. Dat lijkt zo, maar is het ook zo? Het komt er op aan over welke Multatuli men spreekt. Er is aandacht voor het kastekort nog steeds, voor teksteditoriale aspecten, voor Indië in het Volledig werk, minuten in de Multatuli-geschiedenis worden eindeloos tegen het licht gehouden. Aan het beeld van Multatuli als schrijver, met inbegrip van de minder bekende latere werken, van de poëtica van Multatuli, van zijn filosofie (‘Nee, een schryver wil ik niet zyn...’) komt men maar steeds niet toe.
‘Hoewel er regelmatig een lans wordt gebroken voor Milioenenstudiën [...] moet worden gezegd dat Multatuli het niveau van die eerste drie jaar niet meer heeft gehaald.’
‘Woorden van biograaf Dik van der Meulen, die vervolgens nalaat Millioenenstudiën (1873) goed te begrijpen.
Ik hou al jaren vol dat een ander dan het mensroepings-aforisme centraal staat in het werk van Multatuli: ‘twee keer twee is vier’. Of was het ‘twee plus twee’? Voor de uitkomst van deze simpele grondwaarheid maakt het niet uit, die is in beide gevallen vier. Hoe dan ook: de filosofie, de kern van zijn (‘non-’) schrijverschap vinden we pas in Multatuli's werk van na die eerste drie jaar. In de latere Ideën, in Millioenenstudiën.
Ik breek geen lans voor Millioenenstudiën als roman, daar valt veel op aan te merken, al blijft het een geweldig boek. Ik breek een lans voor aandacht voor de complete Multatuli.
Nu hoor ik de Dikken en de Multatuliaanse kastekort-politie al roepen:
‘U voelt zich eenroepende in de woestijn! U voelt u zelf door het Nederlandse volk genegeerd! Zielig hoor, voor u!’
Debunking, typisch voor de waanwijze boekhoudersgeest zodra er een dun windje in waait.
Dunne Dik die Dikkie-Dik speelt. Potsierlijk.
Natuurlijk wil ik gelezen worden. Welke schrijver wil dit niet? Maar het is toch beslist Multatuli zelf die genegeerd wordt, de echte, ware Multatuli, de filosoof in de schrijver die geen schrijver wilde zijn.