Tirade. Jaargang 46 (nrs. 393-397)(2002)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 267] [p. 267] Kees Ouwens Gedichten Waarin lengte en leegte verschillen: die narcis plukken Hem? Hoe anders reikt zijn hand naar de steel: onbuigzaam, het zijn woorden voor ons: om- vallen (terugspoelen) opklappen. Aan zijn voeten nijgt de bloem zoals op het hoogste punt van een worp ook hij zou neerkijken en zich zien bestaan, hij verlangt zijn bed, wijst het zijn plaats langs de bloem en valt om. Hij gaat naar huis terug maar dit is later thuis dan hij komt en gaat. Hij wacht tot zijn huis thuiskomt en wacht met de tijd doden. Zijn huis is thuis nu en hij neemt de moeite zich niet uit te drukken. Dit bodemoppervlak scheidt zijn huis van de verheven stengel de ootmoed eigen en hij laat zich afstaan en geeft zijn huis vrijaf. Hij beproeft die woorden op hun doelmatigheid onderweg: dat het een oase is te ontbreken, hij gaat niet door de knieën maar hurkt neer, zijn huis zoekt het gezelschap van woningen en doorstaat zijn uitblijven. Minzaam buigt hij zich over het lager levende dieper dan dit hem doet wijken uit de gronden. [pagina 268] [p. 268] Narcisme Wat, in godsnaam, heb je uitgevoerd? Heb je - ten minste - je dag geboekstaafd? Heb je geboekstaafd - de volgende dag - de niet geboekstaafde vorige? Ben je tekortgeschoten (in gebreke gebleven, nalatig geweest, laakbaar) op het stuk van plicht, regelmaat, tucht, verachting? Heb je - met niet aflatende verwerping - in het werk gesteld alles om de beperkingen van milieu, erfelijkheid, vrijmaking, herwording die aan het daglicht traden klemmender naar de mate van je verzuim en die je het mes op de keel zetten in een slop, te overwinnen? [pagina 269] [p. 269] Primair narcisme Niemand merkte hem op, en dit wekte zijn grootsheid. Uit deze ontstond een opeenstapeling van waarden. Dit maakte zijn gang tot een opklimming, zijn blik verder reikend, en zijn gehoor tot geboortig geluid. Elk lichaamsdeel was zijn staat van observatie en hij was overzichtelijk in vogelvlucht alleen. Zijn schrede boekte de vooruitgang, ordende de toekomende tijd en bracht op het spoor van verleden. Zijn blik was verleidelijk als een bosschage, geploegde akker doorstond de vergelijking met zijn iris niet en zijn ogenknippering was paring. Zijn tocht was genormaliseerde waterleiding waarin zijn stelselklieren en blaas afvloeiden. In die zin was hij bemestend en bevolking voedend. Daarom ook schreef zijn visie hemel orgaan toe en daaruit vloeide de geslachtelijke god voort uit wie de persoon lekte. Aldus was hij ophef van waarden, tot het zenit reikend. De edel ontworpene, aan wie tijd niets afdoet. Zo was hij de volkomen jonge mens, die zijn excrement koestert. Vorige Volgende