Medewerkers aan dit nummer
Robert Anker schrijft poëzie (onder andere de bundels Goede manieren en In het vertrek), essays en verhalen. In 1998 verscheen zijn roman Vrouwenzand, vorig jaar zijn nieuwe roman Een soort Engeland.
Joke Hermsen is filosofe en schrijfster. Zij publiceerde over onder anderen, Hanna Arendt (The Judge & the Spectator) en schreef twee romans: Het dameoffer en Tweeduister.
Rosella Huber is kunsthistorica. Zij werkt als gastconservator voor onder andere museum De Wieger in Deurne en publiceert regelmatig over beeldende kunst.
Wim Hofman is auteur en schilder. Hij schreef kinderboeken en vertaalde poëzie van Jacques Prévert. In september 2001 ontving hij voor zijn werk de Zeeuwse prijs voor Kunsten en Wetenschappen.
Marie Kessels is schrijfster van de romans Boa, Een sierlijke duik en De god met de gouden ballen. Dit jaar zal haar nieuwe boek verschijnen, Het nietigste.
Astrid Lampe debuteerde in 1997 met de bundel Rib. In 2000 verscheen haar tweede bundel De sok weer aan, die genomineerd werd voor de vsb-poëzieprijs.
Peter Nijmeijer is dichter, toneelschrijver, essayist en vertaler. Zijn meest recente dichtbundel heet Moderne geschiedenis. Hij vertaalde Hugo Claus, Paul van Ostaijen en Lucebert in het Engels; W.H. Auden, T.S. Eliot, Hans Magnus Enzensberger, Seamus Heaney, Ted Hughes en Charles Simic vertaalde hij naar het Nederlands.