Wat zou Captain Ferrini ontdekken?
Op de afgesproken tijd stond ik op de stoep. Zijn stem klonk weer achter mijn rug, nu minder onverwacht.
‘Ik wacht altijd buiten op mijn gasten,’ zei hij.
‘Een detective-eigenschap?’
Hij schudde zijn gerezen hoofd.
‘Ik wacht buiten om niet binnen te hoeven wachten.’
Geen hoopvolle vrouw keek om de hoek van de deur, Captain Ferrini haalde zijn eigen koffie. Mijn status was gezakt.
‘Ik ben iets op het spoor,’ zei de Captain. ‘Maar het gaat nog een weekje duren.’
Mijn kloppende hart zakte in mijn schoenen.
‘En de rekening?’
Hij maakte een superieur gebaar dat de zorgen verjoeg. Het was 't eerste exotische dat ik aan hem zag. Hij was vandaag gekleed in hetzelfde bruine pak als de vorige keer, maar het was niet zo netjes gesteven. Een groezelig boordje schraagde zijn witte gezicht. Drie blauwe mannetjes zaten op zijn schouder en aten op hun gemak een blauw appeltje.
‘Ik kan hier niet werken,’ herhaalde de Captain zijn klacht van vorige week. ‘Ik mag niemand verhoren. De politie houdt haar mond. Het regent altijd.’
Ik knikte sip. Wat moest ik zeggen? Dat blauwe mannetjes ook niet alles zijn? Eentje liep over de vloer, gewapend met een tweetandige vork, vastberaden naar mijn enkel. Hij verdween met vork en al. Ik zag ze nooit komen, ik zag ze nooit gaan; het ene moment waren ze er, het volgende niet meer.
‘Het leven biedt nooit wat je ervan verwacht,’ zei de Captain. ‘Kom volgende week terug. Dan weet ik meer.’
Onzeker daalde ik de trappen af. Hield hij me voor de gek? Geld had het nog niet gekost, maar zou dat zo blijven? De straatdeur opende voor een krioelende bende blauwe kereltjes, in een massale vechtpartij gewikkeld. Met hooggeheven benen stapte ik over ze heen, wat vreemde blikken van passanten opleverde. Ik lette er niet op.
Aangezien het geen geld kostte moest ik er maar mee door gaan, besloot ik. En als het niets opleverde zou ik ook niets betalen.
Weer een week later bezocht ik de Elandsgracht. Regen druilde uit een grijze hemel en ik tobde; mijn neef van moederszijde had me net de deur van