Tirade. Jaargang 44 (nrs. 383-387)(2000)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 505] [p. 505] Charl-Pierre Naudé Alter ego Die trappe na die solder kan my nou nog verruk. Waar rakke raaisels uit kindsdae span en die smal, helder luik aan die ver ent se guillotine soms val dat vere uit die skemer sak, en die skrik al's 'n oomblik laat skarrel, het ek weer gestaan: geboë. Ou deure waardeur niemand stap en verroeste rame wat nie sluit of klap nie het eenkant gelê, kettings, reistasse wat verweer in die geheue. Van nêrens het 'n bries gepluk deur 'n jeugboek. By 'n vuurhoutjie se flenterlig staar 'n skadu-gesig, vol skynroet, armoedig na my terug uit 'n óú spieël, halfvergete. ‘Die solder spook,’ het Ma gesê. Ek moes so terugkeer na onder, 'n half-swarte, vanuit die gewete. [pagina 506] [p. 506] Alter ego De trap naar de zolder blijft spannend vind ik kindertijdraadsels in spinrag verfijnd een luik, guillotine, aan het uiterste eind schemer vol veren, geweldige schrik als het neerknalt. Eén en al dwarrel. Ik buk. Een deur waar niemand doorheen stapt, roestig raam dat open - noch dichtklapt, rollen touw en een koffer die stuk is herinnerd. Uit het nergens bladert de wind door een prentenboek. Zwartgeblakerd de spiegel met schaduwgezicht dat me aanstaart bij luciferslicht. ‘Kom terug het spookt daar’, zei moeder. Dus ik weer omlaag, halfzwart, niet onschuldig. Vertaling: Judith Herzberg [pagina 507] [p. 507] Ander ik De trap naar de zolder is spannend gebleven. Daar houdt spinrag raadsels van vroeger vast. Een guillotine het luik achterin, met een smak slaat het dicht, door de schemer zweeft pluis en schrik doet alles een tel bewegen. Zie me gebukt staan. Oude deuren waar niemand doorheen zal stappen. en verroeste ramen die nooit zullen sluiten liggen opzij bij kettingen en koffers die vergaan in het geheugen. Nergens vandaan bladert een windvlaag in een kinderboek. Bij luciferlicht staart uit zwart spiegelglas een zwartig gezicht mij zielig aan, al bijna vergeten. ‘Het spookt op zolder’, zei ma. Ik moest naar beneden, een kleurling, terug uit mijn geweten. Vertaling: Ed Leeflang Vorige Volgende