Tirade. Jaargang 44 (nrs. 383-387)(2000)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 408] [p. 408] Anton Korteweg Gedichten De grote vier Ik had met Kraai en Haar en Siem getennist. Een atp-toernooi. Maar niet gewonnen dit keer. Kraai ging er met een bmw vandoor. Dus wij hem dollen. Met een eiken tafel waarop een Perzisch kleedje wij proberen broem broem Kraai als het ware dood te rijden, tot hij me plotseling bij m'n shirtje pakte, en me bedaard tegen de slapen sloeg. In Stuttgart, bij het volgende toernooi, zei Kraai: ‘In Antwerpen, die dreun, Kort, sorry, niet zo bedoeld. We komen toch elkaar als grote vier steeds tegen hier of daar.’ [pagina 409] [p. 409] Je brûle tout l'hiver Vergenoegd spinnend als voor mijn buik de kat, brand ik op barre gedachten, koude denksels, de winter lang. Mij hoor je niet. Niet meer dan drie ervan noem ik. Ik wil je niet bezwaren. Dat de mens meer houdt van zijn verlangen dan van zijn verlangsels is één. Zo is het hart al lang waar nog het lijf niet is en telt het hoofd nooit heldere uren dus. Als twee heb ik de strenge draaideur van de jaargetijden voor je. Waarom nooit andersom wordt het van winter herfst, van zomer lente? Dan, lief, nog dit als drie: de trechter van het naderend einde is een uitkomst: moe, hondsmoe word je van al dat kunnen kiezen [pagina 410] [p. 410] Het gerucht Kijk ik die doodstille straat van mij in, is het zondagmiddag, en zomer, en heel erg vanmiddag, slaat weer die rug, die kaars- rechte rug van een vrouw, mijn vrouw, naakt op haar Gazelle mijn oog uit de hoek om. Het licht is hard, ze heeft nog alleen haar viool. Daar heeft ze het zelf naar gemaakt. [pagina 411] [p. 411] Lange afstand Innig vertrouwd met steeds hetzelfde elkaar, daarvan met almaar minder volle teugen genietend, steeds meer mondjesmaat, maar toch, daarvan toch mooi nog altijd steeds genietend - geef ons maar zonnebloemen, weken lang maar zonnebloemen links en rechts, met hier en daar een korenveld, of maïs desnoods, met hier en daar een wei, een stukje bos desnoods, desnoods een korenveld en zonnebloemen, wij krijgen daar niet makkelijk genoeg van, wij zijn allang elkaars grande randonnée. Vorige Volgende