Guus Middag is essayist, vertaler en editeur. Daarnaast schrijft hij over poëzie in NRC Handelsblad. Afgelopen december verscheen zijn bundel De eerste keer, met essays over poëzie. Eerdere afleveringen van zijn Van Geel Alfabet verschenen in de nummers 379, 383 en 384 van Tirade.
Toine Moerbeek schildert en schrijft, en was tot en met 1999 redacteur van Tirade. In 1995 verscheen zijn essaybundel Paard en beest. Binnenkort zal de eerste aflevering van zijn strip- en poëziefeuilleton Lucretia het licht zien.
Kees Ouwens is dichter en prozaschrijver. Zijn laatste poëziebundel, Mythologieën, verscheen dit jaar. In 1998 ontving hij de Herman Gorter-prijs voor zijn bundel Van de verliezer & de lichtbron.
Barber van de Pol was lange tijd vooral vertaalster (van onder andere Cervantes, Borges en Cortázar); de laatste jaren schrijft zij. In 1997 verscheen de essay- en verhalenbundel Alles in de wind en vorig jaar de roman Er was wat met Meneer Maker & Mevrouw Maker.
Wim Raven is sinds 1996 als arabist werkzaam aan de Universiteit van Frankfurt. Daarnaast vertaalde hij oude Arabische bronnen over Mohammed, en recenseert hij Arabische literatuur in NRC Handelsblad.
Peter Henk Steenhuis (1969) is criticus en kunstredacteur bij Trouw. Hij publiceerde bij De Bezige Bij Alles is altijd uit de Bijbel, een studie naar de schriftuurlijke verwijzingen in De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch.
Nachoem M. Wijnberg publiceerde proza (Landschapsseks in 1997 en vorig jaar de roman De Joden) en schreef verder vooral poëzie onder andere De simulatie van de schepping (1989), Geschenken (1996) en Alvast (1998).