ficiële beschaving. Hij wilde actie. Als het eten niet snel kwam zou hij op hoge toon de aandacht opeisen.
Hij kreeg snel zijn zin. Het diner werd geserveerd. Iedereen liet toen het decorum wat vieren en stortte zich als uitgehongerd op zijn bord, ondertussen wat woorden wisselend met zijn buren. William leunde achterover en zag dat het goed was. Hij fluisterde Patrick wat in zijn oor, waarop deze glimlachend knikte.
Rechts van mij zat een wat kleurloze man. Hij vroeg me beleefd wat ik deed en toen hij hoorde dat ik in de kunst zat, brandde hij los. Op een monotone, doodsaaie toon. Dat had ik weer. Een paar maanden geleden had hij zijn onderwijsbaan opgegeven om zich volledig aan zijn kunstenaarschap te kunnen wijden. Hij was het zat om voortdurend heen en weer geslingerd te worden tussen twee beroepen. Zijn vrouw verdiende veel geld op een reclame-bureau, dus van de honger zouden ze niet omkomen. Toch voelde hij een enorme druk. Hij moest het nu waarmaken. Zijn vrouw had zijn beslissing gerespecteerd, maar dan moest er wel wat uit zijn handen komen. Hij ging iedere morgen naar zijn atelier in Brooklyn en iedere morgen weer staarde hij naar het witte linnen op de nieuw aangeschafte ezel. Hij miste het lef om er de eerste verfstreek op aan te brengen.
Ik keek naar zijn gekwelde gezicht en probeerde me zijn wanhoop voor te stellen. Dat was niet makkelijk, omdat Darrell, aan de andere kant naast me, met steeds luidere stem zijn anecdotes in het gezelschap gooide, zonder zich af te vragen of iemand die wel wilde horen. Ik liet mijn blik even naar William gaan. Die beantwoordde hem met een je-kent-hem-toch-gezicht.
Ondertussen ging mijn kunstenaar onverdroten voort met zijn verhaal. Dat hij zich tijd moest gunnen en dat ook schrijvers als ik hun writer's block kennen, waren troostende woorden die hun doel volledig misten. Van Gogh luisterde niet, hij praatte. Toen hij ook nog begon over het negatieve effect dat Brooklyn op zijn inspiratie had, was ik blij dat Darrell mijn conversatie ruw onderbrak.
‘Wat zit je nou weer serieus te doen. Kun je nou nooit eens gewoon lol maken?’
‘Mijn buurman houdt niet van lol, hij houdt van lijden.’
‘Dan praatje toch met een ander. Laat hem doodvallen.’
Veel scrupules kent Darrell niet, zeker niet als hij dronken is.
‘Moet ik dan net als jij ook mijn stem gaan verheffen om die ander te bereiken?’