grote klompjes met een ijzeren bandje eromheen, de oude schoenen van zijn broer met kartonnen zooltjes erin, een gebreide borstrok die kriebelde en waarop een scapuliermedaille vastgespeld zat, een trui die je bij het aan- of uittrekken haast de oren van het hoofd scheurde, zo smal was de opening waar het hoofd doorheen moest, de kousen die steeds weer afzakten, de broeken met de bretels en de gulpen met de lastige knopen om maar een paar dingen te noemen. Het ergste waren echter de onderbroeken die zijn moeder had gehaakt: door de pijpen had ze elastieken geregen die zo strak om zijn bovenbenen knelden dat er diepe, rode striemen in zijn benen kwamen te zitten.
‘Het moet zo,’ zei ze. ‘Het is nu eenmaal het model.’
Zij had haar zomerjurk dan wel in stukken geknipt, maar ze had nog een andere gebloemde jurk die zij af en toe aantrok. Zij stond dan een tijdlang voor de spiegel, stak een broche op haar jurk, hing een halssnoer om, poederde haar gezicht. Poeder en donsje zaten in een zilveren doosje dat in het deksel een spiegel had die ze ook gebruikte bij het rood maken van de lippen. Hij zag dan hoe zij haar lippen nu eens openmaakte en dan weer dicht en als het ware kusjes in de lucht maakte.
Zij hield een kleuterklein flesje ondersteboven tegen een zakdoekje en zei: ‘Ruik eens, ruikt het niet lekker?’
Het flesje, het poederdoosje, de lippenstift en een zilveren sigaretten-koker stopte zij in haar tasje en daarna nam zij hem mee naar een café, waar het druk was en soldaten waren en muziek gemaakt werd met een akkordeon en een drumstel en waar gedanst werd en waar steeds meer rook kwam te hangen, zodat zijn ogen gingen tranen. Hij zat dan op een stoel en keek naar de mannen en vrouwen die elkaar vasthielden en ronddraaiden en naar de houten tafels en stoelen die stilstonden, maar niet helemaal, want de vloer trilde en de tafels en de stoelen daarom ook een beetje, evenals de bakelieten asbak bij zijn voeten. De peukjes vlogen er echter niet uit, ze dreven in wat bier. Na een tijdje ging hij met zijn benen zwaaien, omdat ze begonnen te tintelen.
Een man die een sigaret in zijn asbak kwam uitmaken vroeg hem of hij naar de wc moest. Hij schudde zijn hoofd en omdat hij wilde bewijzen dat hij echt niet hoefde zat hij daarop doodstil.
‘Hij is braaf,’ zei opeens een vrouw tegen zijn moeder. ‘Hoe oud is hij nu?’
De twee vrouwen die opeens voor hem stonden droegen gebloemde