Tirade. Jaargang 41 (nrs. 367-372)(1997)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 464] [p. 464] Jos Versteegen Twee gedichten Piece De slangen golven langs de wand in rood en groen, en zwarte tekens op 't metro-raam beschrijven lucht, kantoren, uitgeputte wilgen. Twee jongens, Marokkaan, Chinees, staan in het spuitbusschilderij van onbekende jonge meesters die heden reizend exposeren. Muziekdraad kruipt uit bomberjacks en voert metalen hartslag aan. De techno scheurt door gabberoortjes. Ik moest er op het Amstel uit en rook hun haar toen ik passeerde. Zij gingen dansend ondergronds. (Lijn 54) [pagina 465] [p. 465] Tramlijn begeerte Lijn 2. Ik zie de jongen gaan, hij skeelert door een najaarsdag, de straat vol blad en kleine meisjes. De zon lift mee op stekelhaar. Zijn rugzak is een kunststof wasbeer die angstig aan zijn schouders kleeft. Zakmes en sleutels, aan een ring, slaan ritmisch op zijn korte broek. Met zwier schaatst hij de tram voorbij, zijn benen, lang en glinsterend, zo vreemd en zeldzaam in november. Lijn 2 scheert langs de jongen, stopt. Daar is de jongen weer, passeert. Hij heeft mij zesmaal niet gezien. (Martelaarsgracht - Leidsestraat) Vorige Volgende