Tirade. Jaargang 41 (nrs. 367-372)(1997)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] [Januari/maart 1997 - jaargang 41 - nummer 367] Leo Vroman Gedichten Een psalm voor het jaar Systeem, zal het Uw laatste Donder wolk van zware aarde zijn of net op tijd een openbare trein waaronder, niet waarin ik word verplaatst en dan verspreid? Vlak na elke haast verrukkelijke zomer keert een herfst van tak op tak nadrukkelijk ter plaatse weer vet- en bloed-kleurig en hoe vaak ik mij vergis heb ik nog vaker het gevoel dat ik meer verlies dan ik bedoel te worden uitgewist. Hoe zal ik mettertijd nauwkeurig weten wat Uw Sneeuw dan is, wat mijn vergetelheid? [pagina 3] [p. 3] Levende Levende! Lees dit nog niet: ik heb het nog niet geschreven. Sluit gewoon je ogen even zodat ik niet zie wat je ziet en deel met mij het gebied grenzende aan ons leven waar het verleden ons verweven met blinde toekomst achterliet Wat het is waar, waar niets bestaat staat meer, een luchtmeer ligt in een rivier in het zonlicht een verdronken straat een vluchtend zoogdier verzen van voorheen, vazen van veren, vervaging van de voorgenomen vaat, onrecht om onlust mee te moduleren tot geraas dat van geruisloosheid vergaat Het ondergestroomde land kolkt, stoomt in de luchtregen droog, kantelt om en openbaart haar kartonnen achterkant, een verblindende onweerswolk dondert en als die bedaart slaat de bliksem omhoog [pagina 4] [p. 4] Zo gaan deze dingen voorbij, ook zij die ons vervingen: deze afgelopen en deze onbestaande herinneringen Nu mogen je ogen weer open en mag je verder lezen. [pagina 5] [p. 5] Gelukkige nieuwjaarswensen 1 Met welke doden zou ik willen ruilen? Mijn horloge heeft het nog te vroeg, trouwens, ze hebben het al hard genoeg zonder zich met iets levends te bevuilen. En hoe eeuwig is een levend uur? Alles ruilt met alles (op den duur). 2 Vaak bekruipt mij het verlangen ons hele hebben en houwen gewoon of op goed vertrouwen door boeken te vervangen: wijnboeken in plaats van wijnkannen, kookboeken in plaats van pannen, vuile in plaats van vuilnismannen, ons bed van platte romans, een encyclopedie onze deken, een licht boek ons lampje en wij spreken niet meer in woorden van thans. [pagina 6] [p. 6] Elke ademstoot glijdt naar buiten als een gekreukelde pagina vol gereutel en weldra beslaan daarmee de ruiten. Papier, wanneer hoef ik niet meer? Als ik doorga op deze manier in onze wc produceer ik gedrukt schoon closetpapier. Wat moet er later van mij worden? Waterloze informatie, anders niets. Artikelen haast vol woorden, soms iets in schoolschriften en op schoolborden. Hee, kan dat de adem wezen van een kind? Die heb ik zo nodig, maar helaas, wat mij dan toewaait is de wind van ongelezen doorgebladerde pagina's. Vorige Volgende