Tirade. Jaargang 40 (nrs. 362-366)(1996)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Wim Brands Zodra ze wakker is reikt ze naar één van haar brillen, zoals een oude gravin in de schemer naar bonbons. Ze kijkt en ziet haar man die al in de gang staat. Met haar van de nacht, krijst ze. En hij gaat. Er volgt nooit een naam. Alleen de vogels hebben nog namen. Meeuw, prevelt ze, meeuw, kokmeeuw. En haar man, nu buiten. Ze kijkt hem na. Ze houdt van hem. Ze kent dat gevoel. Het is elke ochtend nieuw. Vorige Volgende