Tirade. Jaargang 39 (nrs. 356-361)(1995)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 326] [p. 326] Marieke Jonkman Hedda Gabler Zwanger richt zij de loop. Een vorstelijk pistool dient aan de borst, een goddelijk dwars op de slaap te staan. Vaders regie erkent geen toeval, eist dodelijke precisie. Dit wordt een daad van bovenaardse pracht: moeder en kind dansen in dezelfde sekonde naar de eeuwigheid. Dit wordt ontspringen. Uit wraak vernietigt zij, uit walging. Niemand kent pappa's troetelnaam. Mannen misbruiken haar oor, kruipende kerels likken haar hand. Zij laat het kind niet zingen en stort met rode bloesems aan de slaap op deze sofa neer. [pagina 327] [p. 327] Badkamer De regels die de slaap mij gaf (Vader laten gaan?) sloten aan bij wenteling en vrede met de dood. Die zou ik wel onthouden. Draaide me verheerlijkt om. Ik zocht ze diep en dieper, toen ik mijn haren waste, de schuimlaag wegspoelde en om antwoord riep. Welke vader werd in welk verband geplaatst dat ik mij overgaf en heerlijk verder sliep? Een armband was het eerder dan een ring. De bocht was opgenomen in een ordening. Het sloot aaneen. Ontvalt mij wat mij eerst ontging? [pagina 328] [p. 328] Huishouding Lakens ruiken naar buiten, ramen en spiegels glanzen. Orde in huis, tulpen in knop, fresiageur. Op traptreden danst reinheid, hoe feestelijk is het badkamer en wastafels recht in de ogen te zien. Kom, wees intiem en kijk in mijn linnenkast. Wat vind je van liefelijk gekleurde stapels? Vingers thuis, aanraken is mijn privilege. Je vraagt naar de kelder. Wees moedig, kom mee. Daar staat de werkbank met het orgelfront van beitels, boren, sleutels, schaven, schroevedraaiers. Hier houd ik 's nachts mijn werkcollege. De verbanddoos wacht, verbindt rode met orde en hartstocht met snee. Vorige Volgende