Tirade. Jaargang 38 (nrs. 350-355)(1994)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 544] [p. 544] Herman Coenen Zwarte kunst Toverkol. Dat het zo ver kon komen. Moest? Een kilometer buiten het laatste dorp die statige beukenrij. Een sluis, in deze julidagen verdroogd tot tunnel. Koelte, als een mijn. Maar zelf het delven moe had jij je neergelegd in een witte wagen, de lange stoet werkers met vuile handen achter je aan. Jij, het zwarte goud glinsterend in je mond, de vingers voor altijd schoon. Schoon genoeg? Het dak dat je in een onbewaakt moment had opgetrokken leek toereikend voor een mensenleven - maar wie reikt voorbij de eigen hand, houdt de bezems die zij beveelt, in toom? Bij het geopend ijzeren hek stond het voor ieder duidelijk te lezen: Niet buiten de paden gaan, wegens inzakken van oude graven. Vorige Volgende