Hij pauzeerde even terwijl hij nadacht en zei zachtjes: ‘toen begreep ik dat ik een ziel bezat, ik weet niet wat, maar in ieder geval iets dat ik zou kunnen verliezen’.
Een half jaar later zag ik hem weer op de BBC in een dramatische documentaire over de schermutselingen in Letland. Geen idee waarom, maar al die tijd verwachtte ik dat hij na de onafhankelijkheid een rustiger leven zou gaan leiden. Dat ik die verwachting koesterde, en dat die verwachting op niets was gestoeld, realiseerde ik me pas onlangs toen ik hoorde dat hij in de vorige zomer op een gewone dag was uitgevaren om te gaan vissen en niet was teruggekeerd. Idioot, dat hij die zoveel zware situaties had doorstaan tijdens een vistochtje was verdronken. Niemand wist er het fijne van. Er was in ieder geval geen storm geweest. Wie weet wat er werkelijk plaatsvond. Misschien was hij verdiept geraakt in de lichtspiegelingen op het water, verzonken in dromen, verdwaald in godweet wat voor signalen, zonder dat er een buurman was die een ruk aan het snoer gaf om hem terug te roepen.
Toen ik vanmorgen in een koffiehuis zat te lezen in Walcott's magistrale epos Omeros kwamen de herinneringen aan Tante Riet en Juris bovendrijven. Niet zozeer vanwege het boek als wel door een vrouw die aan een tafeltje naast mij ging zitten. De zon scheen, het licht zweefde door de ruimte, kalm en sereen. Je kon de stofdeeltjes zien walsen.
Ik hoorde vaag dat ze iets bestelde, maar ik lette niet op haar, verdiept als ik was in het boek.
De bestelling werd gebracht. Daar schrok ik van op. Voor haar werden een kopje koffie en een glaasje sinas neergezet.
Toen de serveerster weg was, schoof ze het glaasje sinas langzaam naar voren terwijl ze iets vertelde tegen de persoon tegenover haar.
Wat ze zei kon ik niet verstaan. Vreemd! Ze nam een slokje van haar koffie en praatte verder. Af en toe maakte ze een licht aanmoedigend gebaar; zo van ‘drink nou, is lekker’.
Maar het bizarre was dat er helemaal niemand tegenover haar zat.
Ik bleef naar mijn boek turen, maar volgde vanuit mijn ooghoeken nieuwsgierig wat zich aan haar tafeltje afspeelde.
Hoorde ze stemmen?
Ik weet het niet. Ze was niet opvallend gekleed maar haar uiterlijk was verzorgd. Niet iemand die aan lager wal was geraakt.