‘Die lui van Buitenlandse Zaken zijn allemaal een beetje achterlijk. Gisteren had ik nog de culturele ambtenaar uit Washington aan de telefoon voor een colloquium in de Library of Congress. Ik zeg: Dan moet u mijnheer Hermans uitnodigen, want die is een autoriteit op dat gebied. Waarop hij zegt: Die meneer Hermans is eventjes non grata, want hij is in Zuid-Afrika geweest, tegen onze boycot in’.
‘Maak je geen zorgen. Jij bent de enige serieuse kandidaat. Die Belg is een etterbak, zeggen ze. Ken jij hem?’
‘Nee, van die mijnheer Lefevre heb ik nooit gehoord’.
‘We gaan lunchen. Dan ziet de president je. Praat niet over dat stukje tegen de koning. Praat met hem over de jacht. Hij is gek op de jacht; jachtgeweren, jachthonden; ken je Toergenjew?’
‘Ja’.
‘Ik vertel hem al jaren die jachtverhalen van Toergenjew, en daar dank ik deze vette baan aan’.
We gingen naar een buitengewoon deftige eetkamer. De president van de universiteit praatte niet over de jacht en niet over de Nederlandse consul. Hij vroeg:
‘Kent u de Nederlandse schrijver Edward Multatuli?’
‘Multatuli? Ja, dat is mijn meest geliefde schrijver’; bah, wat klonk dat laf, maar het was waar.
‘Heeft u iets van hem gelezen?’, vroeg ik.
‘Nee, maar ik sprak vanochtend met James Michener. Die is hier een half jaar om een boek over Texas te schrijven. Ik zei hem dat ik naar een lunch moest met een Nederlander die hier Nederlands gaat geven, en hij zei toen: vraag hem naar Edward Multatuli’.
‘Hij heet Eduard Douwes Dekker en zijn pen-naam was Multatuli. Zijn belangrijkste roman is in het Engels vertaald, met een voorwoord van Lawrence, en Harry King heeft een bloemlezing uit zijn andere werk gepubliceerd’.
Harry King keek me verbaasd aan.
‘Ik bedoel natuurlijk: Peter King, van Cambridge’.
‘En mijnheer Corstius, wat zijn uw plannen met research? Bent u aan iets bezig?’
Ik wist dat het verzonnen zou klinken, maar het was waar, ik had er al brieven over geschreven, dus ik zei schaapachtig: ‘Ik wil de biografie van Eduard Douwes Dekker schrijven’.
‘Daar zijn er natuurlijk al veel van. Wanneer leefde hij?’