“Waarom niet? Als we niet optreden, drinken we.”
Kölös vouwde zorgvuldig de krant dicht. Zijn vriend ging zitten en leunde tegen de witte caravan. Op een gespeeld klagerige toon zei hij:
“Wat ben je toch saai. Jij vertelt nooit wat... Je zit altijd maar te lezen... Laat ik je mijn nieuwste grap vertellen. Een levensgrap, welteverstaan.”
Hij stak een wijsvinger in de lucht en gaf de draadloper een snelle knipoog, waardoor er een seconde vele rimpels in zijn linker gezichtshelft zichtbaar werden.
“Steeds met grote blijdschap reageren, alstublieft, met grote blijdschap. Goed. Elke keer tijdens de act met de emmer water verdwijn ik naar achter. Als ik na een minuut of wat weer terugkom vraagt Lange Leo telkens: “Waar kom je vandaan?” Mijn antwoord is steeds, terwijl ik met de emmer op en neer blijf lopen: “Dat weet ik niet.””
De twee mannen zwegen. Kölös staarde naar een plek voor zich op de grond waar rode mieren bedrijvig rondliepen.
“Met grote blijdschap... Vooruit Kölös, vertel jij nu eens wat.”
Kölös keek in de liefste bruine ogen die hij kende en zei:
“Een draadloper doet niets anders dan steeds opnieuw bewijzen dat de mogelijkheid bestaat iets totaal te beheersen.”
Domme August kreunde en zuchtte tegelijkertijd.
“Wat ben jij toch vermoeiend. Iets totaal beheersen, mijn God, waarom?”
“Goed, iets anders. Mijn ziel stel ik mij voor als een vage regenboog.”
Zijn vriend sloeg beide handen voor zijn ogen. Alsof Kölös een lesje opzei, vervolgde hij:
“Voor ik hier kwam, was ik een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken.”
“Twaalf pogingen en dertien mogelijkheden,” corrigeerde de clown. “Nog meer, nog meer, je moet vertellen.”
“Als je vlucht, Max,” zei de draadloper, die zijn benen voor zich in het zand uitstrekte, “laat je dingen achter die je mee had willen nemen. Is dat niet zo? Dingen die bij je horen, zoals brieven, foto's en spullen waaraan je gehecht bent omdat je ze hebt gekregen van mensen van wie je hield. Het moment van weggaan is plotseling. Is dat niet zo? Blijf zitten, Max... Van het ene op het andere ogenblik is er geen tijd om afscheid te nemen, een belofte te doen. Het moment van weggaan houdt je je verdere leven bezig, of niet?”
Jammerend en theatraal riep de clown: