Er staat nog een woord op het omslag, collectibles, waaronder alles valt dat in de hoofd-categorieën geen plaats kan vinden. Een Nederlands woord is er niet voor. Dingen die je kunt verzamelen, op die ruime noemer komt het ongeveer neer. Niet echt de moeite waard, overblijfselen, dat klinkt er ook nog in door.
Sommige artikelen hadden wel wat hoger gewaardeerd mogen worden, de armband van Calder ($2500), de kandelaber van Lalique ($1500), een tekening van Richard Long ($1200). Maar op de meeste andere nummers is ‘collectible’ heel goed van toepassing.
Warhol was een aanbidder van de vlooienmarkt. Hij ging er elke dag met een grote tas naartoe, meestal in gezelschap van een vriend, alleen durfde hij niet. Altijd dong hij af, zelfs het geringste probeerde hij voor de laagste prijs te krijgen.
Waar ging zijn aandacht naar uit?
Spelletjes als Where's Johnny, Magic Dots for Little Tots en Ring my Nose. De regels zijn mij niet bekend, maar de klank van de namen doet denken aan Nederlandse evergreens als Mens erger je niet, Pim Pam Pet en Ezeltje Prik.
Polshorloges gewijd aan Popeye, Mickey Mouse en Mister Magoo.
Hij kon geen pot waarin koekjes worden bewaard weerstaan. Ze hebben de meest uiteenlopende felgekleurde vormen, een pinguïn, een matroos, een big, Roodkapje, Donald Duck, Bugs Bunny, een koe, een uil, een kat. De kop doet dienst als deksel.
Over dit deel van zijn bezit werd in de kranten smalend geschreven. Het zou de kopers niet om het spelletje, het polshorloge of de koekpot zelf gaan, maar om het pure feit dat ze van Andy Warhol afkomstig waren. Het had ook iets anders mogen zijn, als het maar door het idool was aangeraakt, dan was de nieuwe eigenaar tevreden.
Die kritiek was terecht. En toch ging zij voorbij aan een omstandigheid die de hele veiling in gloed zette. Juist door Warhols roem werden de collectibles, die zo armoedig bij het Art Deco en de andere deftige kunstschatten afsteken, beschreven en gefotografeerd. In andere gevallen zouden die artikelen om hun geringe waarde en povere voorkomen niet eens worden genoemd. Nu kregen ze alle kansen, de stekeltjes van elke verzameling die dit keer niet door de mazen van het net waren geglipt.
Een hoge hoed in de oorspronkelijke doos van de firma John Cavanagh, Park Avenue, New York.
Drie nieuwe overhemden, nog in het cellofaan.
Een kleine houten krokodil met een geopende bek.