Tirade. Jaargang 36 (nrs. 338-343)(1992)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 248] [p. 248] Peter Ghyssaert Prent Het regent op een oude vrouw; het regent op haar jas vol schaduwen en op de schimmen van haar handen; naar een bos chrysanthen geurt zij, naar een nat, perzisch tapijt. Er waaien uit de oude sponning van dit leven ongehinderd geuren en herinneringen weg; het regent op een oude vrouw het regent zonder omwegen. [pagina 249] [p. 249] Ter hel Straks ter hel in frak van zonden; als een trouwer naar een altaar meegevoerd naar een nog verduisterde bruid. Denken: zal ze mooi, verbolgen zijn? Zal ze die omhelzing snel verteren? Wachten op een mondvol vreemde stem die door de eigen keel schiet, fluisterend: dit is mijn hoofd, mijn stem, mijn schoot; vind je het goed dat ik ons nu maar in de echt verbind? Vorige Volgende