Tirade. Jaargang 36 (nrs. 338-343)(1992)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 235] [p. 235] Bert Schierbeek wat zingt een vogel alleen in zoveel lucht van wind en veren en onbegrepen vleugels nee niet het hart redt ons het hoofd redt ons het hart de dichter ligt verloren in het alphabet de bergen buigen hun hoofd en spoelen hun haren in de rivier de sterren vallen in het zand de dichter geeft een geschenk aan de eeuwigheid een gedicht fladderend omschrijven de vlinders hun liefde de bloem [pagina 236] [p. 236] heuvel na heuvel verdwijnt achter een andere heuvel op de horizon één stil boompje de takken ontluiken langzaam de bloesems nog trager de vruchten een oogst van appels pruimen noten en kersen zolang de vogels blind blijven de schuur nog net geschraagd in pin en gat hangt een beetje in haar jaren en wordt elk jaar ouder en mooier als een zeer oude man zeer scheef in zijn oude jas de boeren op hun traktoren rijden hun mest voorbij [pagina 237] [p. 237] roept er een man: er heerst een onweer over de wereld uit de harten van de mensen die dat onweer vrezen en oproepen er heerst een onweer over de wereld wij zijn het de koeien liggen dromerig te herkauwen hun grote hoofden vol roomsoezen oud licht pakt de huizen nog één keer uit om ze straks in de zwarte doos van de nacht te stoppen Vorige Volgende