Tirade. Jaargang 36 (nrs. 338-343)(1992)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 144] [p. 144] Rogi Wieg Sonnet van twee goede vrienden Ik had minder gehoorzaam willen zijn aan wat met het begrip te maken heeft en in de late avond haken aan het dierlijke van je bedekte billen, weggaan van de woorden als helderheid in vorm. Want daarachter spande zich mijn lichaam in, ik dreef een wig tussen je heupen en zag wijd en zijd jouw vlees mij omgeven. En als ik zeg dat de sterren bestonden voor de maan en je daarna langzaam uitleg hoe onze stof is ontstaan, hoor ik jouw zware zuchten in gedachten, terwijl jij op mijn afscheid wachtte. [pagina 145] [p. 145] Sonnet van dezelfde vrienden Het is nooit gebeurd dat ik mij reeg aan je mond zonder iets van schoonheid, of dat ik naast je neerviel en leeg de nacht inging, zodat jij later, bevrijd van mij, onder lamplicht een boek las. Ik blijf je strelen, je keel slikt mij weg. Niet alsof ik drank ben en genas wat in jou warm en verdikt door anderen werd achtergelaten, maar alsof het ging om klein genot dat zich afspeelt in seconden. Een lot dat ik deel met mezelf die het verlaten land afzoekt naar jou, een oude minnaar, wiens vlees en bloed ik in mijn strot bewaar. Vorige Volgende