Tirade. Jaargang 36 (nrs. 338-343)
(1992)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
[pagina 32]
| |
TheaterNog zingen op hoge toon
de vogels in de bomen zich
een plek, graast hoorbaar
het weidevee, roetsjt
een eekhoorn langs een den
omhoog, verbleekt langzaam
de nacht,
maakt de megaster zich op
stralend over de coulissen
het licht te doven
in een handomdraai,
hangen al die stomme bekjes
op het punt van open, dood-
stil, gelijkgericht.
| |
[pagina 33]
| |
Côte sauvageDe hemel staat strakblauw
gekromd over de avond, een bootje
krimpt in roodzwellende zon, een hete
schoot sirenen zuigt
schuimend de kust af -
de horizon een cirkel, jij
brooddronken middelpunt. Terwijl
bij hoogtij uitgespogen op het donker
strand, voor lijk te midden van
doodnuchtere meeuwen: jij.
|
|