de notie dat het overal heen kan gaan, zomaar. Omdat je speelt alsof het je ter plekke te binnen schiet wekt ieder nummer de suggestie dat je het niet af gaat maken, en waarom zou je.
Eerst dacht ik dat het sublieme onverschilligheid was, maar luisterend naar je bluesimprovisaties bedacht ik me. Het komt omdat je haast hebt.
Terwijl Clapton, John Mayell, Jeff Beck, Peter Green als Engelse middle class jongetjes in hun aanbidding voor de zwarte rythm 'n blues het uiterste purisme in hun mimicry van de groten probeerden te bereiken, had jij al jarenlang als begeleider meegedraaid in die soul en rythm 'n blues bands, van King Curtis, de Isley Brothers tot Little Richard. Terwijl zij fantaseerden hoe het leven was waarover de bluesmannen zongen, had jij dat leven van zwerven, iedere avond spelen om geld, slapen op straat, al jaren geleefd. Zij imiteerden de sfeer van een wereld, waaruit jij voortkwam. Voor purisme had je geen tijd. Zij wilden het ‘goed’ doen. Jij hoefde niet te lijken op iets wat je niet was, zoals de Engelse rockmuzikanten.
In Voodoo Chile slight return (68) hoor ik waar dat toe leidt: dat je in je eentje een hele band wilt zijn, die ‘vijandige’ soorten zwarte muziek versmelt. Je speelt tegelijk en door elkaar heen: de slepende boogie van John Lee Hooker bij wijze van lopende bas, de ragfijne dansende soulaccoordjes als funky tegenbeat en de lyrische melodie-improvisatie alsof de gitaar van Muddy Waters veranderd is in een uitzinnig geworden soulstem. Zelf noemde je zoiets rock.
Er zijn ook uitvoeringen van het nummer waarin je gitaar de free jazz binnenzeilt en alleen nog maar geluid is, het geluid wat televisies maken als je van kanaal naar kanaal schakelt: auto's, explosies, woedende toespraken, tekenfilmkabaal, gelach, vliegtuigen, storing, gebabbel, machinegeweren, kindergehuil, natuurrampen.
Iemand die een blues speelt maar naar zijn gitaar kan luisteren alsof het een vreemd geluid is, dat hem, luierend in een hangmat, vanuit de hectica van de drukke straat bereikt en zich dat geluid toeëigent alsof het een mooi loopje van een collega is, een charmant accoord uit een ander genre en met dat geluid de grenzen van genre, melodie, ritme en harmonie onbekommerd te buiten gaat; zo iemand is werkelijk een vrije geest.
Jij liet zien dat dat alleen mogelijk is door je een traditie, die je heeft gemaakt, oneerbiedig en hardhandig toe te eigenen. Om een nieuwe legering te maken moet je verschillende metalen smelten en mengen. De haast die je ten toon spreidde was de daarvoor noodzakelijke hitte. Jouw muziek was zoiets als een kernfusie die plaatsvindt bij de verhitting van een kritische massa bestaand materiaal.