Tirade. Jaargang 32 (nrs. 314-319)(1988)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 559] [p. 559] Leo Vroman Vooravond naast een vreemdeling Ik versta veel en vooral verkeerd in ieder woord een vliegend wonder dat elkanders wonderen transporteert om zwaar verwonderd veranderend hulpeloos te landen Het maakt mij zo uniek als verloren geld zo uniek als het portret van Washington op een dollarbiljet verscheurd en verkeerd hersteld wat is er gebeurd met wat je was waardoor je op dit ogenblik bijna bestaat zo nabij als ik flonkerend als een kristallen glas vol zand en koffiedik? Tussen ons woord en waarlijk beeld flonkert een derde zo uniek als drie stukken Bach en Bali muziek simultaan gespeeld Zo kan ik ook van de oceaan door die branding dat onmenselijk brullen door dat krullen van zichzelf omhullen het ware water niet verstaan. [pagina 560] [p. 560] Als het ooit wachtte het wacht niet meer op het naderend onweer kondigt het alleen maar aan Waarom anders moeten we hier staan op het gepolitoerde strand vertel mij dit eens jij mantelmeeuw starend oog en al in het zwart en wit Hij verschikt zijn mantelpanden keert zich af en stapt met zijn staart in de handen van mij weg [pagina 561] [p. 561] Opnieuw Ik zal onvoorbereid opstaan en dromende mijn droom uit gaan in het zonlicht van de maan daarbij heb ik twee schoenen aan Zelf lig ik op een regenbed Een treurwilg is daar naast gezet die op mijn ademhaling let in een bries motregent het Ook sta ik door mijn liefste heen alsof ik liefst met haar versteen Besta ik in het algemeen? Ik ben veelvuldig en alleen Elk daarvan die ik werkelijk heet kwam van een andere planeet waar ik de taal niet meer van weet wat ik daar moest en daarom deed Weer weet mijn ik dit van ver af en wijst mij met haar warme staf elk aardrijk dat mij leven gaf weer zonder grond voor gras of graf Vorige Volgende