Tirade. Jaargang 32 (nrs. 314-319)(1988)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 485] [p. 485] H.H. ter Balkt De irissen gedenken hun beschrijver Wij irissen uit de familie van de lisachtigen Wij, de Spaanse, Duitse en Florentijnse lis (die met zijn kroon zwak lichtblauw flonkert) en de Gele Lis, onze koning, zijn bloem het gele zegellak-stempel van een grotere (heel ver en elders en mischien wel nergens), zijn bloei is pijlsnel als die van de jeugd, zijn bladeren vliegen als pijlen de hemel tegemoet en uit zijn speerpunten springt het zegel op Wij, irissen zijn geen geoefende schrijvers Soms bezoekt ons kwadegrondziekte die vroeger of later ook onze aanplanters bezoekt Maar wij, de wilde irissen, ver buiten de tuinen van de vertrappers en de maaiers, onze wortelstokken bijna eeuwig, kort onze bloei, wij, net als jullie maar een poosje bloeiend, wij, geel, rood, violet en blauw stralenden, en vooral hij met de buitenste bloemslippen - zoals bloemenboeken zeggen - met purper honingmerk, gedenken onze beschrijver die van ons hield Wij, de irissen gedenken onze boodschapper Wij, lieflijke brieven dragen zijn zegel [pagina 486] [p. 486] Ballade van het licht aan deze kant van de tuinen Ik dacht dat liefde onherhaalbaar was Maar liefde is herhaalbaarheid en Ze is ook het enige Ze zijn nog wakker achter de tuinen, lichten van onbekenden rakelen boven de stuurse wingerd en de mispelbloem Je hebt je haar kort geknipt, Je zit nog lang onder de Lamp en kijkt televisie, en regen schuifelt door de takken De lichten branden van de niet gekende buren, de sigaretten roken boven de niet gekende asbakken zoals, ja!, Stilstaan al mijn strijdwagentjes van leem, spitsmuisstil; geschrokken van het piepen van hun wielen De radio zingt stilte, Het houttapijt zwijgt, alleen Dikkie de kleine kat roept hartstochtelijk omdat zij meewil naar Bed, En de tuinen zwijgen, En de grote dichters in hun sarcofagen, Pessoa naast zijn niet bestaande Taag, Catullus [pagina 487] [p. 487] O alleen de lichten aan deze kant van de tuinen bestaan, Onze niet bestaande buren, De mispelboom ontrukt aan zijn hakhoutwal Ik was koudvuur, Een strijdwagentje uit 2600 v C uit Ur, Als een sperwer breid ik mijn armen uit op de verdieping, De nagemaakte heuvel. Ballade van de liefde, ballade van het licht aan deze kant van de tuinen, hoe moet ik bestaan Vorige Volgende