Tirade. Jaargang 32 (nrs. 314-319)(1988)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 362] [p. 362] Leo Vroman Zieke aaien Natuurlijk wil ik niet geloven dat wat gezegd wordt niet gevoeld of het gevoelde niet bedoeld of het bedoelde zo ver boven ons verstand met ons verwoven klaar als kak kan weggespoeld. Maar niets is dieper dan het strelen onder een geliefde hand en buikorganen voelen kwelen van het onderhuids verband. Doordat ik liefheb hoe je leeft en als jouw hand nog kan bewegen leg die dan zacht en zeker tegen je plek die daar het zeerste om geeft en die dan vraagt wiens hand Het is de mijne of de jouwe die dit zo doet jouw vertrouwen en mijn zelfvertrouwen zijn even zacht en goed en als je lijf niets meer beweegt hou dan de aailust van die hand als liefde die zich voortverpleegt en lussen door je lijden veegt in onderhuids verband [pagina 363] [p. 363] en is het lijf ondraagbaar ziek een fles vol feiten die zich alle tot vragen uit elkaar doen vallen vlagen pas nog concertmuziek uiteengedragen als van tijd beroofde strofen tussen de duizend hoofden van het naar huis gekeerd publiek streel dat lijf dan nog eens aan aai het nog eens bijna samen als een geheime bandopname dan fluistert de dode laat mij gaan Hoe bittere dageraad ook wacht geen bleek verleden draagt mij mee als een ingevroren vracht op een verjaagde hondenslee vluchtend naar gisterenacht. Vorige Volgende