Tirade. Jaargang 32 (nrs. 314-319)(1988)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 269] [p. 269] Nachoem M. Wijnberg De afgoden De bedelaars hielden de stad in hun macht zij zaten op de kathedraaltrap niemand kon bidden zonder al zijn geld te verliezen zij dwongen de beeldhouwers hun lichamen te gebruiken als modellen voor nieuwe lichamen van de Christus en die aan de kruizen te bevestigen de bedelaars zaten wijdbeens op de kathedraaltrap terwijl zij zich lieten schetsen 's nachts sliepen zij daar tussen brandende kaarsen gerold in tapijten zodat niemand in het geheim kon bidden. [pagina 270] [p. 270] Zondagmiddag in de voorstad Een goede blonde een oudere man en huidige minnaar een jongere man en vroegere minnaar (allen gekomen in de auto van de huidige minnaar) een slechte blonde een vriend en zijn vrouw een gastheer die vlees braadt op een open vuur een tweeling met snorren langs de rand van het zwembad de slechte blonde spreekt zacht met de gastheer de vriend spreekt zacht met zijn vrouw de minnaar schenkt de minnaar een glas wijn in en schenkt zichzelf een glas wijn in de goede blonde ligt in de zon op haar buik de oudere man en de blonde kleden zich om de jongere man wacht in de woonkamer de slechte blonde stelt drie vragen aan de jongere man de slechte blonde probeert te telefoneren de slechte blonde valt over een stoel de vriend duikt in het zwembad de goede blonde loopt door de woonkamer zij geeft een spiegel terug aan de jongere man zij zegt: ‘hij is ontevreden met mij en ik ben niet zeker waarom en hij legt het ook niet uit’. Vorige Volgende