Tenminste, zoiets herinner ik me en ik vond dat een treffende gedachte. Van bepaalde dingen, boeken, composities, schilderijen, houd je als van een geliefde. En een geliefde is van niemand anders dan van jou alleen.
Satie's Messe des Pauvres is een na zijn dood uitgegeven compositie voor orgel en een koor, waarschijnlijk uit 1895, dus uit de tijd dat hij zijn eigen kerkgenootschapje had: ‘l'Eglise Métropolitaine d'Art de Jésus Conducteur’.
Het stuk klinkt als de resten van Chabrier en Franck, enige overgebleven chromatische accoorden uit de Franse laatromantiek, weinig in aantal en steeds herhaald, in een gregoriaans-achtig ritme. Het koor hangt er een beetje bij, en na het tweede deel houdt het er helemaal mee op. Per slot is het een Armenmis.
De kaalte, de ritmische beperkingen, de geslotenheid maakten het stuk tot een historische voorloper van de conceptuele kunst in de jaren zeventig. Ik kende het stuk niet, terwijl ik toch francofiel was opgevoed, er was ook geen plaat van, maar alweer een schrijver, Henk Bernlef, liet mij er een Amerikaanse opname van horen (nadat we naar ongeveer alles van Lennie Tristano hadden geluisterd) en mijn hart stond stil van ontroering. Ook dit speelde zich af in de zestiger jaren.
De afgelopen twintig jaar moest ik veel aan het stuk denken, dergelijke liefdes doen je verlangen het je op een of andere manier toe te eigenen, te ontvreemden. Pas toen ik geëxperimenteerd had met een ensemble van 12 strijkers, die allen verschillend gestemde snaren hadden, en alleen losse snaren speelden (dat werd de Symfonie voor losse snaren), hoorde ik voor het eerst een manier om Satie's Messe te instrumenteren. De losse snarenklank is even ongevoelig en koud als het ritme en de harmonische voortgang van Satie, maar de gestreken snaar is toch ook de basis van het romantisch strijkorkest. Omdat melodietonen verdeeld worden over verschillende instrumenten, lijken de tonen op losse orgelpijpen ook; soms is er eentje vals, een andere spreekt langzamer aan, een orgel dan wel uit een enigszins armoedig kerkje.
Deze losse snaren techniek werd structureel de basis van de instrumentatie van de Messe des Pauvres.