bondgenootschap rijst hun eigen nationale belang definiëren (vaak in termen van binnenlandse politiek) om die definitie dan vervolgens in het navo-beraad te brengen.
Nu is niet ieder verschil van inzicht met de regering-Reagan een bewijs van principieel en emotioneel anti-Amerikanisme. Wat weer niet wegneemt dat elementen daarvan in sommige Europese landen duidelijk en soms dominerend aanwezig zijn. En ook regeringen die daar zelf misschien niet aan lijden hebben toch de neiging, bijvoorbeeld om electorale redenen, met die aanwezigheid rekening te houden.
Mogelijk draagt de wijze waarop Amerikaanse diplomaten die in West-Europa zijn gestationneerd aan Washington berichten bij tot een Amerikaans ‘Europa-beeld’ dat voor een deel vertekend is. Vrijwel zeker geldt dat voor de berichtgeving in de Amerikaanse media over Europa, dat gemakkelijk over één kam geschoren wordt als een verzameling lafhartige drukdoeners die alles beter weten, maar geen enkele verantwoordelijkheid voor wat dan ook willen dragen. Een mooi soort bondgenoten die als het er op aankomt de macht die hen beschermt in de steek laten en, zich koesterend in een bescherming die zij als vanzelfsprekend beschouwen, een gedrag vertonen dat ronduit laaghartig is.
Daartegen is aan te voeren dat dat beeld niet juist en in ieder geval te grof is. Maar dat soort ‘intellectuele correcties’ helpt niet als het gaat om wat men, bij uitzondering met een term van Lubbers, een ‘grondhouding’ zou kunnen noemen. Zoals de zaken er nu voor staan speelt de ‘gal’ een grotere rol dan ‘het brein’.
Datzelfde geldt ook omgekeerd. Op geleerde symposia en conferenties van vaak heel belezen leden van het internationale circuit dat zich met dit soort zaken bezighoudt, wordt de Amerikanen nogal eens voorgehouden dat juist ook de regering-Reagan het er in zekere zin naar gemaakt heeft. Bijvoorbeeld door de bondgenoten voor voldongen feiten te stellen, of door zich te bedienen van een terminologie die misschien voor binnenlands gebruik wel goed is, maar die voor Europese trommelvliezen vaak wat al te gewelddadig is.
Waarmee ik maar zeggen wil dat het er in de kwesties die de Verenigde Staten en (de) landen van West-Europa inderdaad in toenemende mate