Tirade. Jaargang 30 (nrs. 301-307)(1986)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Jan Kuijper Sonate Ik hoor de stilte hijgend ademhalen, de stilte die 'k breken en maken kan. Ik had het nooit gedaan voor deze man mij sloeg, pakte, pende met snelle halen; vanaf die dag doe ik het nu en dan. In slaapkamers dikwijls, en soms in zalen (o grammofoonplaat, o clavecimbale) breng ik een nieuwe stilte in mijn ban. Ach maan, wanneer ik niet was aangeraakt hoorden alleen uw hoge sferen dit. Driehonderd jaar geleden is geslaakt wie mij geslaakt heeft, als een snoer van git over een boezem, in zichzelf volmaakt, maar zonder dat, als gij, verschrik'lijk wit. Vorige Volgende