‘rhetorisch’ rubato toe totdat maat en melodie onherkenbaar worden en alles in een diep-lila-kleurige mist gehuld raakt, of, speel maar alle nootjes snel, glad, en risicoloos af want dat vinden de almachtige platenmaatschappijen toch het veiligst - die lieden zijn op de vingers van een hand te tellen. Geen wonder dat er aan gebroken glaswerk gedacht wordt bij het horen van de meeste cembalo-platen.
Hoe moet dan het tere klavecimbel en zijn bonte aanhang het ooit opnemen tegen de tank-achtige vleugel en zijn bataljons, ja, zijn regimenten en divisies klavier-leeuwen, die ijverig voortbouwen op een traditie die bij Liszt begint en die kunstenaars van het niveau van Lhevinne, Rachmaninov, Hofmann, Schnabel, Lipatti, en Michelangeli (om er maar een paar te noemen) heeft voortgebracht?
Hoe? Door de onoverwinnelijke schoonheid en pracht van het instrument en zijn literatuur, die langzaam maar zeker, na een eeuw lang voor Doornroosje te hebben gespeeld, weer uit hun lange slaap ontwaken, en nu gewoon nog een beetje suffig zijn. Onze zaak gaat in opwaartse lijn en vertoont, zowel wat betreft instrumentenbouw als spel, tekenen van gezonde ontwikkeling - terwijl de bouw van de moderne piano steeds verder terugzakt van haar hoogtepunt in de negentiende eeuw, almaar kaler, harder, lelijker klinkende, glimmende zwarte klonen voortbrengend, terwijl het pianospel dreigt te verstikken in grausame compact-disc steriliteit en militaristisch technisch fanatisme.
Voor de uitvoering van cembalo-muziek in het algemeen is de moderne vleugel nauwelijks beter geschikt dan de accordeon, de marimba, of het saxofoon kwartet. Een overtuigende muzikale benadering van een werk van Couperin of Bach kan op mij evenveel indruk maken in een van die bezettingen als op een piano. Alle geven mij evenzeer het gevoel: dit is tweede keus.
Imitatie van het klavecimbel op piano? Lariekoek. Het verschrikkelijke monster G. Gould wordt in dit verband genoemd. Wat zijn waanzinnige, puur twintigste-eeuwse informatica-tijdperk opvatting te maken zou hebben met het klavecimbel is mij onduidelijk, behalve misschien dat deze aansluit bij een vals beeld van mijn instrument en van de oude muziek als abstract, objectief, sachlich, mathematisch, of wat dies meer zij. Nee, dan