Gemma Nefkens
Twee muzen
Lieve medemuus,
Nu ik een lotgenote getroffen heb - ik weet van het bestaan van anderen, maar ik heb ze nooit opgezocht, eerder gemeden - laat ik je schriftelijk niet los voordat ik meer van je weet; hoe je over het muze-zijn denkt, wat het in je leven betekent.
Een antwoord kan slechts verwacht, als ik je inspireer, je misschien wel niet het achterste, maar toch een groot gedeelte van mijn muze-tong laat zien. Om dichtbij het leven te blijven schrijf ik alleen over muzen die werkelijk bestaan, geliefde zijn, zoals jij en ik. Tijd en plaats zijn niet van belang, want muzen zijn eeuwig en zonder woonplaats.
Als ik kon dromen wat ik wil, droomde ik een gesprek tussen Beatrice, Milena en Tineke. (Fancy, Louise en Maja zou ik graag in het gezelschap opnemen, maar zo veel muzen bij elkaar maken het de droomverslaggeefster te moeilijk.) Het muze-zijn hebben ze gemeen, maar ze zijn van een verschillend soort.
Beatrice is een voorbeeld van een geliefde die model staat, maar tegelijkertijd symbool is. Dante zag haar voor het eerst toen hij negen was en zijn liefde voor haar, in zijn werk beschreven, symboliseert de goddelijke liefde. Een vrouw met een lichaam, maar van haar lichaam ontdaan, net als Fancy, door Multatuli tot symbool van de inspiratie gemaakt.
Er zijn geliefdes van vlees en bloed, Tineke bijvoorbeeld, of Goja's Maja. In de schildering van hen wordt misschien wel algemeen de liefde voor de mens uitgedrukt, maar in de eerste plaats worden zíj door middel van het kunstwerk bemind. (Stel je eens voor dat een schilder Tineke zou kunnen schilderen zoals Vroman haar beschrijft!)
En dan tenslotte de ontvangsters van prachtige brieven, zoals Milena en Louise, geliefdes van vlees en bloed ook, zonder wie díe brieven er niet geweest zouden zijn.
Een gesprek tussen hen is mijn grote wens. Maar wat zich niet dromen laat, moet bedacht. En helaas, een muze bedenkt niet, maar wordt bedacht en een stuk voor drie of meer dames valt van mij dus niet te verwachten.