Tirade. Jaargang 29 (nrs. 296-300)(1985)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 926] [p. 926] Cees Sanders Clownesk naar Otto Erich Hartleben Met een fantastische lichtstraal Verschijnt de maan op de kristallen flacons Op de zwarte, gewijde wastafel Van de zwijgende dandy. In de sonore, bronzen schaal Klatert de metalen lach van het fonteintje. Met een fantastische lichtstraal Verschijnt de maan op de kristallen flacons. Pierrot met zijn wasbleek gelaat Staat peinzend en denkt: Hoe hij zich vannacht opmaakt. Het rood schuift hij opzij, het groen van de Oriënt En penseelt zijn gezicht in een verheven stijl Met een fantastische maanstraal. [pagina 927] [p. 927] Pierrot! Het lachen Heb ik verleerd! Mijn ziel in de spiegel Vervloog - vervloog! Zwart is het doek Van de spiegel in rouw. Pierrot! Het lachen Heb ik verleerd! O, geef mij opnieuw, Harde heelmeester Van ieders ziel, Verhevene van de maan, Pierrot - mijn lachen! [pagina 928] [p. 928] In de glimmende kop van Cassander, Wiens gegil in de lucht snijdt, Boort Pierrot met geveinsde tederheid - Een trepaan! Met zijn duim stopt hij Zijn echte Turkse pijptabak In de glimmende kop van Cassander, Wiens gegil in de lucht snijdt! Hij draait een pijp van kersehout Achter in de kale kruin En op zijn gemak rookt hij Zijn echte Turkse pijptabak Uit de glimmende kop van Cassander! [pagina 929] [p. 929] voor Guido Met een groteske reuzenstrijkstok Krast Pierrot op zijn altviool, Als de ooievaar op één been, Maakt hij triest een pizzicato. Opeens komt Cassander - woedend Om de virtuoos in de nacht. Met een groteske reuzenstrijkstok Krast Pierrot op zijn altviool. Hij werpt de alt van zich vandaan En met zijn verfijnde linker Pakt hij de kaalkop bij zijn kraag - Dromerig speelt hij op de schedel Met een groteske reuzenstrijkstok. [pagina 930] [p. 930] De magere lat Met de lange hals Zal zijn laatste Geliefde zijn. In zijn hersenen Steekt als een spijker De magere lat Met de lange hals. Schriel als de pijn - In haar nek een vlechtje - Zal zij in dood genot De schelm omhelzen, De magere lat. Vorige Volgende