Tirade. Jaargang 29 (nrs. 296-300)(1985)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 516] [p. 516] [Tirade september & oktober & november & december 1985] Rutger Kopland Gedicht Een middag op het land We zochten hem op - een middag zoals die telkens weer groeit uit een stukgelezen bladzij van Tsjechow, een langzame middag op het land. Hij voerde ons door het oude, geduldige huis, de tuin met de oude, geduldige appels en peren, de rivier langs, de weilanden in. Daar stonden we, hij met dat grijze kostuum, die zijden foulard, zijn sigaar, heer van de wereld, tussen de boterbloemen. Langzaam, zei hij, later in de schaduw van de bomen op het terras, ga ik begrijpen dat dit mijn huis is, mijn tuin, voorgoed. Stilte, warm en zomers, geur van hooi en sloten, geluid van koeien, scheurend aan het gras, van hevig zingende vogels, een middag, zo voorgoed als een bladzij. Vorige Volgende