Tirade. Jaargang 29 (nrs. 296-300)(1985)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 241] [p. 241] Harry Pallemans Gedichten Le petit poème Anjaise Thérèse de Banlieue, goed gesoigneerd en een geprononceerde sigaret, lacht licht geamuseerd, heeft binnenpret: haar hollandse meid raakt wat gemouilleerd. Een been over 't andere gedrapeerd, als zat ze voor een nonchalant portret, luistert ze naar je exposé en zet de puntjes op de i, gedecideerd. Ze geeft een zachte maar gelaarsde kat aan wie zich vangen laat door zijn chagrijn. Heeft de malaise haar ooit vastgehad? Ze nipt beamend aan haar witte wijn: zij kent de volle stegen van de stad, de eikebomen op het loze plein. [pagina 242] [p. 242] De calvinist & zijn broers De calvinist in mij werkt overuren, hij werkt op lege plekken zonder plicht; alleen binnen eenduidige structuren heeft hij een theoretisch overwicht over zijn broers, over de broer die voelt in vele steden waar bloedbanen leven tot bonkende organen toegang geven, en waar in elke cel een kiem krioelt. De calvinist: hem moeten ze nazeggen, en als hij ze stil dwingt, volgen ze stil. Hun geloofsbrieven moeten ze overleggen, zijn broers, aan hem. Hij druppelt op hun wil zijn kleurloze zegel, zijn levensmerk. Zijn broers staan in hun makkelijke kleren in zijn steenhouwerij het vak te leren. Ze zwijgen, beitelend aan hun grafzerk. [pagina 243] [p. 243] De space-shuttle boven Zandvoort Wij zaten die dag tussen zure bommen en dempend zand aan glinsterende vellen. Jij zat de topless verpleegsters te tellen en ik de kwallen die in paren zwommen. De dagjesmensen waren er in drommen, een melige stoet van mollige stellen die zich uitsloofden om niet te vervellen, en met glimmend schild hun strandstoel uit klommen. Twee halve herders scheten langs de duinen, waar werd gebadmintond naar hartelust. Wij lagen er uitsluitend om te bruinen. Een stuk werd door een resusaap gekust, zij streken elkaar teder door de kruinen. Ik werd me van een luchtkoppel bewust. Vorige Volgende